Naar de hoofdinhoud Naar de navigatie

Cirkelstad Arnhem-Nijmegen: Circulaire ambities in de praktijk

Tag: Nieuws uit de community

31 juli 2025

Auteur: Wytze Kuijper

Bijeenkomst Cirkelstad Arnhem-Nijmegen op 10 juli in Doorwerth over hergebruik en circulariteit in de praktijk.

“Het onderwerp circulariteit leeft natuurlijk ook in Arnhem en Nijmegen,” aldus spinner Wytze Kuijper, tijdens de themabijeenkomst over Hergebruik. Beide gemeentes, samen met andere geïnteresseerde partijen en Cirkelstad partners, komen bijeen in Doorwerth, op GroeneWaarden, een van de twee locaties van familiebedrijf (en begrip in de regio) Hooijer Renkum. Derkjan Hooijer: “Dit is een circulaire hub, waar de upcycling van reststromen, duurzame energie en intensieve arbeid samenkomen.” Wytze: “Het thema bespreken is één, het op papier zetten is twee, maar het daadwerkelijk doen, dat gebeurt hier in samenwerking met de hele keten.” 

Als het gaat om gelijk- of hoogwaardig hergebruik, beginnen tal van gemeentes dit ook in de praktijk te brengen. Wytze: “Het beleid moet ergens een haakje hebben om ermee aan de slag te gaan. Bestuurlijke borging – daar draait het om. Als die goed op orde is, kan deze beweging zich gaan bestendigen in de organisatie en daarmee in projecten. Suzanne Oostra (adviseur duurzaamheid Gemeente Nijmegen): “Circulariteit is begonnen met het uitspreken van een ambitie. Van echt hard beleid is nog geen sprake, waardoor er nog te veel manieren (gewoonten) zijn om níét circulair te werken. De doelstelling van een 50% circulaire economie in 2030 is bij ons bijvoorbeeld geen doelstelling maar een ambitie. Door het te gaan doen kunnen we de ambitie ook stap voor stap gaan waarmaken.”

Ondanks (of juist omdat) het onderwerp leeft, is er nog een andere uitdaging. Wytze: “Op dit moment zijn zo veel mensen en organisaties met hergebruik bezig dat het alle kanten op schiet. Daarom is ons werk zo belangrijk; Cirkelstad fungeert als spil. Onze zogeheten ‘spinners’ brengen in een groeiend aantal steden mensen bij elkaar. En wat we zien, is dat ook steeds meer adviesbureaus er tegenwoordig voor openstaan. Die hielden zich altijd vast aan hun eigen manier van werken en verdienmodellen, maar zeggen nu: als het door het Rijk en Europa wordt ondersteund, waarom zouden wij het dan anders willen? Dat is een hele gave ontwikkeling.”

De overige 300 gemeenten

Uit de zaal komt de vraag of dat genoeg zoden aan de dijk zet. Zo’n twintig grote Nederlandse gemeentes mogen dan bekend zijn met Het Nieuwe Normaal, dat geldt niet voor de overige driehonderd: “Hoe krijg je die andere 80 à 90% aangesloten op dezelfde taal en principes?” Het antwoord lijkt te zitten in de lange adem. Wytze: “We zijn met de gemeentelijke netwerkorganisatie K80 in gesprek, het IVVD (Instituut Voor Vastgoed & Duurzaamheid) is met scholing en kennisoverdracht bezig en ook provincies pakken daar steeds meer een rol in. Er zijn samenwerkingsverbanden binnen de GMR (Groene Metropool Regio) inzake Circulair opdrachtgeverschap GWW en het Transitiebureau Circulair Bouwen is met vier actieagenda’s bezig, al is afstemming nog wel een uitdaging. Wij nemen de regie en doen de onderlinge afstemming waar we kunnen.”

Paul Groenen (GMR): “We hebben als voordeel dat we als regio goed georganiseerd zijn. Een van onze slogans is dan ook: ‘Op weg naar een circulaire topregio!’ En ik ben blij als ik zie dat de kleinere gemeentes, die zich tot voor kort afwachtend opstelden, nu toch ook stappen aan het maken zijn.”

Wytze: “In het onderzoek Woningbouwconcepten en hun prestaties hebben we, met Het Nieuwe Normaal als toetsingskader, alle concepten overzichtelijk naast elkaar gezet. Woningcorporaties gebruiken het nu als handleiding. We zijn met de NPDW (Nationaal Platform Duurzame Wegverharding) in gesprek om dit ook voor de openbare ruimte samen te stellen. In de tweede helft van het jaar komen we met een grote evaluatiecampagne en die gaat specifiek over de openbare ruimte (OR).” Hiervoor wordt nu ook HNN-OR uitgewerkt.

Oud is sterker dan nieuw

Emiel Neefjes (werkvoorbereider Gemeente Nijmegen) presenteert een aantal praktijkvoorbeelden, waaronder het project Thijmstraat. Neefjes: “We hebben 49% kunnen hergebruiken. Eén kant van de straat hebben we vergroend, waardoor we 17% minder oppervlakte gebruikten, 28% van de materialen ging naar de Spoorbuurt – een nabijgelegen project – en we hebben 51% nieuwe materialen toegepast, waaronder asfalt, betonbanden en kolken. Ook hebben we na onderzoek de zandfundering gewoon laten liggen. Dat scheelde ongeveer negentig vrachtwagens aan materiaal.”

“Het project ging later van start dan de bedoeling was, dus hadden we een tijdelijk depot nodig. Maar dan loop je tegen de opgave aan dat de Gemeente Nijmegen daar zeer weinig ruimte voor heeft. Een ander feit is dat er te weinig beleid was. Een straat verderop werd er bijvoorbeeld helemaal niets aan duurzaamheid gedaan. Aannemers begrepen er ook niets van. Bij de ene projectleider moest je alles hergebruiken en bij de ander weer niet.”

“Het is belangrijk dat je niet zomaar uitgaat van de geldende standaarden. Officieel is de levensduur van tegels dertig jaar, maar we hebben ook tegels die er al zestig jaar liggen. Als ze niet worden belast, kunnen ze misschien wel honderd jaar mee. Als je nieuwe materialen hebt, en je gaat er met een trilplaat overheen, gaat er vaak wat kapot. Maar bij de oude niet. Die zijn zo stevig, die zijn eigenlijk sterker dan nieuwe.”

GroeneWaarden

Dan is het de beurt aan Derkjan Hooijer van Hooijer Renkum die de aanwezigen in sneltreinvaart – “Ik ben een snelle prater” – informeert over de locatie GroeneWaarden: “We hebben drie afdelingen: de sloop-, asbest- en bodemafdeling. Infrastructuur – waar ook rioolstoringen onder vallen. En de groen en biomassa afdeling. Uit allerlei gemeentes krijgen we groenafval binnen. Dat breken en zeven we, tot we een hout- en grondfractie overhouden. Van de grondfractie maken we bodemproducten en van de houtfractie wordt over het algemeen biomassa gemaakt. Ook halen we de stenen eruit, zodat je een betere verbranding krijgt.”

Voor een deel is de locatie een sociale werkplaats. Derkjan: “De grootste materiaalstroom is circulair hardhout en we hebben een aantal mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in het team die ervoor zorgen dat al het balkhout wordt klaargemaakt voor hergebruik. Het wordt schoon- en ijzervrij gemaakt en waar nodig gevingerlast. Daar maken we kozijnen van die voldoen aan alle eisen. Het enige verschil is dat je, als je goed kijkt, her en der kleine gaatjes – van de spijkertjes – ziet zitten.”

De uitdaging ligt nu in het verhogen van de capaciteit: “Dat we meer hout in minder tijd kunnen verwerken. En, niet te vergeten, makkelijker een match kunnen maken tussen het hout dat we hebben en het hout waar de klant om vraagt.”

Stelling

Derkjan sluit zijn verhaal af met een stelling om even de knuppel in het hoenderhok te gooien: ‘Elke beheerder van de openbare ruimte moet zijn eigen circulaire hub inrichten.’ Het maakt de tongen flink los. In de stad is daar geen ruimte voor. Toch wil je alles wat in de stad is, zoveel mogelijk in de stad houden. Denk ook aan het beheer ervan. Iedere gemeente zijn eigen vorm? Verschillende oplossingen voor veel en minder voorkomende materialen? In hoeverre is transport nog een issue, als je ziet dat dat steeds duurzamer wordt?

De GMR is daarvoor een programma gestart gesteund door de Provincie Gelderland om samen met Duspot de eigen assets van de gemeenten in kaart te gaan brengen. Als je weet wat je hebt dat kun je dit met onze matchingtool ook weer onderbrengen in andere projecten zegt Niek Riksten van Duspot.

Na afloop van de bijeenkomst gaan de fluorescerende hesjes aan en krijgen de aanwezigen een rondleiding door de gigantische loods en het buitenterrein: een heuvelachtig landschap met metershoge bergen van hout en/of grond in verschillende fasen van verwerking. Het hele proces is een halfjaar geleden geëlektrificeerd. Derkjan: “Alles wat hier staat – de wasinstallatie, de shredder – wordt elektrisch aangedreven. En we hebben een Biomeiler. Daar gaat koud water in en er komt warm water uit, puur vanwege de warmte van de compost – dat uit zichzelf wel zestig tot tachtig graden kan worden. Ideaal voor het verwarmen van ons kantoor.” Een kantoor dat vrijwel geheel circulair is, van dak, kozijnen en vloerbedekking tot aan de tegels op het toilet. Het is onmiskenbaar: hier gebeurt het.

Samen doorpakken

Wil jij ook meedoen aan het ‘stenen delen’ (elementenbestrating) collectief in de GMR (provincie Gelderland) of in de regio Foodvalley of in de regio Amersfoort-Utrecht (Provincie Utrecht) laat het dan weten – samen worden we wijzer en kunnen we werken aan opschaling.

Wil jij je ook aansluiten bij de Cirkelstad?
Neem dan contact met Wytze (via wytze.kuijper@cirkelstad.nl of via +31 6 22968568) op of met de spinner in jouw regio.