Anno 2019 praten steeds meer partijen over circulair bouwen. Voor velen is dit een nieuwe taal, maar niet voor iedereen. Zo werkt Bas Slager met zijn ingenieursbureau Repurpose al sinds 2012 aan producthergebruik. Ingenieursbureau BOOT, initiatiefnemer van Stichting Insert, voert al meer dan 10 jaar duurzame slooptrajecten uit. En SuperUse Studios, het bedrijf achter de Oogstkaart, bestaat zelfs al sinds 1997. Hoe hebben zij de bouwsector zien veranderen? En waar staan we nu?
Niet langer ‘of’ maar ‘hoe’
Slager ziet dat de tijd van wikken en wegen voorbij is en bedrijven nu in actie willen komen met circulair bouwen. In zijn contact met partijen ging het lange tijd over de vraag: “zouden we hier iets mee moeten?” Sinds kort echter verschuift de vraag van “of” naar “hoe moeten we dit doen?” Slager: “Toen we begonnen, moesten we aan iedereen uitleggen dat duurzaamheid niet alleen over energie gaat, maar óók over grondstoffen opnieuw gebruiken en dat daarmee emissies te voorkomen zijn. Dat hoef ik nu niet meer uit te leggen.”
Christian Euser van Oogstkaart deelt deze ervaring: “De partijen willen wel, maar we doen het nog te weinig.” Euser ziet ontwikkelaars, bouwbedrijven en sloopbedrijven steeds meer die kant op gaan. Slopers begrijpen dat de vrijkomende materialen bij slooptrajecten van waarde zijn. “Nu moeten we ervoor zorgen dat het in projecten wordt toegepast.”
Prikkelende vs. starre overheid
Kan de overheid de sector helpen voorbij dit kantelpunt te komen? Volgens Euser kan de overheid voor positieve prikkels zorgen. Vooral de eigen doelstellingen voor circulair aanbesteden helpen – zoals Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat, die in 2030 volledig circulair moeten werken. “Marktpartijen zijn zich daar bewust van.”
Peter Kreukniet van Stichting Insert ziet dat opdrachtgevers en marktpartijen wel willen, maar zoekende zijn. “Circulaire marktplaatsen bieden overzicht en koppelen marktvraag en aanbod. Zo zetten we samen stappen richting een circulaire bouwwereld.” Wetgeving vormt daarbij soms een drempel. “De wetgeving zit nog star in het oude bouwbesluit. Dat zal mee moeten gaan bewegen richting circulariteit.”
Wat staat ons te wachten?
Euser ziet de huidige beweging richting circulair bouwen zich in de nabije toekomst doortrekken. Dat gaat niet vanzelf. Partijen die ontwikkelaars en bouwbedrijven kunnen helpen om vraag en aanbod van gebruikte bouwmaterialen aan elkaar te knopen – zoals SuperUse, Repurpose en Insert – moeten volgens hem de krachten bundelen.
Ook Kreukniet ziet een realistisch perspectief. “We kunnen elk jaar weer een paar procent méér hergebruiken van de 24 miljoen ton aan bouw en sloopafval die jaarlijks vrijkomt.” In zijn ogen spelen marktplaatsen voor gebruikte bouwmaterialen hierin een sleutelrol. “We zijn gewend om producten online te bestellen en morgen in een doosje in huis te hebben.” Zo werkt dat in circulariteit nog niet. Maar we zijn op weg. “Als we over vijf jaar de helft van die 24 miljoen ton bouwafval terug in projecten kunnen brengen, dan zijn we goed bezig.”