Uitdagingen voor opschaling van circulariteit in de buitenruimte

Er zijn steeds meer succesvolle circulaire infrastructurele projecten. Van Hattum en Blankevoort (VolkwerWessels) bouwde eind 2018 een circulair viaduct in samenwerking met Rijkswaterstaat en prefab bouwer Consolis Spanbeton. En het samenwerkingsverband Aendless legt asfaltwegen aan die warmte kunnen opslaan voor de gebouwde omgeving –  waarbij ze warmte / koude als dienst aanbieden. Welke uitdagingen zien zij om op te schalen?

Procedures, kaders en kansenmanagers

“Bij ons gaat circulariteit niet over techniek, maar over procedures slechten,” vertelt Gerrit Kamphuis van Installect Advies, onderdeel van Aendless. “Denk bijvoorbeeld aan vergunningen. Wij moeten van de eigenaar van de weg – Rijkswaterstaat, de provincie of de gemeente – een vergunning krijgen om het wegdek te voorzien van een andere techniek dan standaard. Ook is er een vergunning nodig om onderling energie uit te wisselen. Zo is er een waslijst, alleen al voor ons project.” Toch is opschalen heel goed mogelijk, legt Kamphuis uit, “door een vaste regisseur die bij ontwerp, realisatie en ook exploitatie in beeld blijft.” Aendless heeft in de samenwerking met Strukton Infra, Roelofs en Installect het regisseurschap gebundeld.

Esther van Eijk van Van Hattum en Blankevoort voegt toe dat er in projecten vaak gestuurd wordt op risicobeheering. Zij ziet hier een kans: “Het sturen op risico’s maakt dat je kansen niet ziet, laat staan dat je ze pakt. Hierom moeten we meer kansenmanagers aannemen in plaats van nog meer risicomanagers. Zoek de pioniers en geef die zo’n rol.”

De brug-als-dienst als oplossing?

Kunnen product-as-a-service modellen helpen bij bovenstaande? VolkerWessels koos hier samen met Rijkswaterstaat bij het circulair viaduct vooralsnog niet voor. Esther van Eijk legt uit dat servicemodellen voor de buitenruimte gevoelig liggen. Dit komt omdat wegen en bruggen een publieke dienst leveren, mobiliteit mogelijk maken voor de maatschappij. “Het leek daarom in dit stadium van ons innovatieproces niet wenselijk dat bruggen van particuliere ondernemers zouden worden.”

Karlijn Mol van Dura Vermeer ziet een oplossing in het onderscheid tussen juridisch en economisch eigendom. Een bouwbedrijf dat een brug als dienst levert, blijft verantwoordelijk voor het object en ontvangt de baten van de exploitatie, zonder er ook juridisch eigenaar van te zijn. “Met zo’n model ga je aan de voorkant zo goed mogelijk nadenken over levensduur en toekomstig hergebruik, omdat je daar een financiële prikkel tegenover zet.”

Ondertussen is het circulaire viaduct dat Rijkswaterstaat samen met Van Hattum en Blankevoort en Consolis Spanbeton ontwikkelde een succes. Van Eijk: “Er zijn al vijf partijen die het circulair viaduct willen hebben. We hebben er maar één, we kunnen er vier bijmaken.”

< Doorpakken bij eerste CoP in Haarlem Kennemerland | Mooie eerste resultaten na workshop Industriële Symbiose in Apeldoorn >