Aanpak renovatie vanuit impact

Opcirkelen in de Bouw is een tweejarig kennistraject waarin zeventien partners samenwerken en onderzoek doen op het gebied van hergebruik van secundaire bouwmaterialen (zie ‘Even voorstellen: Opcirkelen in de Bouw’). Binnen het project wordt er op vijf verschillende thema’s kennis ontwikkeld. De komende edities van het Stadsblad zal er elke keer één thema uitgelicht worden. Deze tweede editie gaat over het digitaal inzicht in materiaalstromen in de bouw en de relatie met de energietransitie.

Circulaire economie in de bouw is meer dan alleen recycling. Wanneer je de R-ladder beschouwt gaat het om een andere aanpak om tot gesloten kringlopen te komen. Van herontwerp aan het begin van een nieuw product, levensduurverlenging tijdens gebruik tot hergebruik aan het einde van de gebruiksfase.

Op weg naar 2050 is naast het sluiten van kringlopen in de circulaire economie ook het doel gesteld om naar een energie neutrale gebouwde omgeving te gaan. Maar van de gebouwen die we in 2050 in Nederland hebben, staat op dit moment al tweederde. Dit betekent dus dat de slimme oplossingen voor nieuwbouw niet voldoende zijn en er de komende jaren veel renovatie activiteiten zullen moeten plaatsvinden.

Binnen ‘Opcirkelen in de Bouw’ hebben we de impact van een aantal renovatiescenario’s voor verschillende type gebouwen inzichtelijk gemaakt. Wat betekenen de verschillende renovatie-strategieën voor de materialen die vrijkomen en welke milieu-impact hebben de verschillende opties? Als je vanwege verduurzaming de schil van een woning aanpakt, welke materialen komen dan uit de gevel en het dak vrij en hoe kun je deze materialen opnieuw inzetten? Tegelijkertijd is er vanuit de renovaties vraag naar nieuwe materialen om met name de isolatiewaarde van de woning te verbeteren. De energietransitie vraagt dus ook een focus op materialen en hun impact.  De uitdaging van bestaande bouw is natuurlijk dat er beperkingen zijn in hergebruik van vrijkomende materialen. Bestaande gebouwenonderdelen zijn immers nooit ontworpen om makkelijk te demonteren en te oogsten. Toch liggen er vanuit de bestaande voorraad volop kansen die nu nog niet maximaal worden benut. Inzicht in volumes van vrijkomende materialen, impact van verschillende recycling- en opwerkingstechnieken dragen bij aan het benutten van dit potentieel. Om dit te illustreren hebben we hieronder een voorbeeld geschetst.

De impact van verschillende hergebruik-  en recyclingscenarios is getoond voor het opnieuw inzetten van A-hout dat vrijkomt bij 100 woningen. Op dit moment wordt vrijkomend hout vaak verbrand of verwerkt tot spaanplaat. Dit levert wel een milieuwinst op (negatieve MKI*), maar is wel maar eenmalig mogelijk. Wanneer je kijkt naar hergebruik van planken en balkhout is er nog veel meer milieuwinst te behalen.

Welke milieuwinst te behalen is verschilt dus per vorm van hergebruik en recycling, maar ook per materiaalsoort. Onderzoek en innovatie ten aanzien van hergebruik en recycling van materialen draagt bij aan de transitie naar een circulaire bouweconomie. Hiervoor zal ook kritisch gekeken moeten worden naar de materialen die nodig zijn voor de energietransitie. Vanuit ‘Opcirkelen in de bouw’ delen we onze inzichten op Building Holland en via Cirkelstad, want er zijn nog volop uitdagingen voor renovatie én nieuwbouw om de ambities in 2050 te behalen!

Sanne van Leeuwen,
Scientist Innovator, TNO

Voor meer informatie over dit project: Naomi Montenegro Navarro,

* De milieukosten indicator (MKI) is een maat voor schaduwkosten en geeft aan hoeveel euro’s het kost om deze milieuschade te compenseren. Een negatieve MKI is dus “milieuwinst”.

< Column: Circulair BZK inzicht – stip op de horizon voor circulair bouwen | Nieuwe coalitie werkt aan accounting vraagstukken in de Circulaire Economie >