Tineke Beuker over tijdgebrek en handelingsperspectief

In deze columns maak ik zichtbaar wat BZK, samen met anderen, doet om circulair bouwen het nieuwe normaal te laten worden. Om te laten zien waar BZK aan werkt en waar we naar toe gaan en daarmee beleid en praktijk wat dichter bij elkaar te brengen.

In het Brabantsdagblad las ik een tijd geleden een artikel over ‘meer of minder werk’. Vier uurtjes meer werken levert de economie tussen de 50 en 100 miljard euro extra op. Dat moet volgens dat artikel toch te doen zijn, want heel veel van onze vrije tijd hoeven we daarvoor niet op te geven.  

Maar waarom? Wat heb ik aan meer geld om nog meer spullen te kunnen kopen? Het betekent ook minder tijd voor familie en mijn vriend, minder tijd om te sporten en te schilderen en ook minder tijd om op zoek te gaan naar duurzamere keuzes voor bijvoorbeeld kleding en het onderhoud van het huis.

En wat is nu vrije tijd? Er moet worden gewassen, gestreken, gezogen, gekookt, boodschappen gedaan, de auto moet naar de garage. Ik kan zo nog wel een paar zaken noemen die ik in mijn zogenaamde vrije tijd moet doen.

Sinds ik op het dossier circulaire bouweconomie werk heb ik te maken met tijdgebrek, maar helpt dan 4 uur extra werken? Er zijn zoveel bijeenkomsten, seminars, cursussen, inspiratie sessies, openingen, beurzen en ga zo maar door. Ik zou graag naar alle bijeenkomsten, seminars, congressen en beurzen over circulair bouwen willen gaan. Om te horen wat er speelt, waar men tegen aanloopt, om mensen te ontmoeten, maar ook om aan te geven waar BZK mee bezig is of uit te leggen waarom we bepaalde dingen (niet) doen. Maar om alles bij te wonen moet ik mij soms in drieën splitsen en dat gaat niet lukken. En dan helpt 4 uur extra werken ook niet.

En dat merk ik ook bij deze columns die ik voor Cirkelstad schrijf. Voorheen waren mijn weekenden vrij van werk. Nu ben ik als de deadline eraan komt vaak op de zondag bezig de laatste (of hele) hand te leggen aan de column.

Die drukte doe ik grotendeels mijzelf aan. Niemand die zegt dat ik actief moet zijn op LinkedIn en op deze columns kon ik ook nee zeggen. Ook zijn er geen verplicht aantal bijeenkomsten die ik moet bijwonen.

Maar wat ik nu over mijzelf schrijf kan ik over vele anderen schrijven. Degenen die ik vaak tegen kom in het echt en digitaal. En dat zijn er een hele hoop. Allemaal druk aan de slag met circulair bouwen en dan toch het gevoel hebben om nog meer te willen doen, nog sneller te willen gaan.

Soms is het ook gewoon een kwestie van tevreden zijn met hetgeen we zelf doen en wat anderen doen. Van het soms even terugkijken naar wat de afgelopen tijd in gang is gezet of gerealiseerd. Van het consolideren van nieuwe lijnen en het verbinden met bestaande lijnen om met beperkte inspanning een groter effect te bereiken.

Maar ook het bieden van handelingsperspectief kan helpen in de hectiek. Praktische en duidelijke hulpmiddelen die aangeven wat iedereen zelf kan doen als het om circulair (ver)bouwen gaat. En van deze hulpmiddelen die het maken van stappen makkelijker maken komen er steeds meer:

1. Zo is de Rijksoverheid in september, samen met bedrijven en maatschappelijke organisaties, gestart met een langlopende campagne over de klimaattransitie. Onder de titel ‘Iedereen doet wat’ helpt de campagne mensen bij het maken van duurzame keuzes in en rond het huis. De campagne maakt duidelijk dat iedereen iets kan bijdragen: groot of klein, goedkoop of duurder. De vraag is niet of mensen iets kunnen doen voor het klimaat, maar wat ze kunnen doen.
   
   De campagne biedt concrete handvatten aan mensen die hun leven willen verduurzamen. Op de website Iedereendoetwat.nl staan ruim 20 onderwerpen waarmee mensen hun leven kunnen verduurzamen, zoals de onderwerpen repareren, spullen verkopen of weggeven en tweedehands spullen kopen. Deze onderwerpen zullen de komende jaren worden aangevuld en veranderen naarmate de klimaattransitie vordert. Want de keuzes zijn voor iedereen ander
   
2. Op de website van Milieu Centraal zal steeds meer handelingsperspectief worden geboden waar het circulair (ver)bouwen betreft. Zo wordt de (nu nog beknopte) pagina bouwmaterialen-sloopafval en puin uitgebreid. Op de pagina’s binnen de rubriek www.verbouwwijzer.nl komen verwijzingen naar deze pagina. Ook is Milieu Centraal bezig om per veelvoorkomende verbouwing voor de belangrijkste materiaalkeuzes adviezen op te stellen voor een keuze van klusmaterialen met het oog op circulariteit.
   
   Daarnaast is er een mooie samenwerking ontstaan met de Vereniging Winkelketens in de Doe-Het-Zelfbranche. Milieu Centraal levert informatie voor uniforme kluswijzers, zowel op het vlak van energiebesparing als op het vlak van circulariteit.
   
3. Ook op de website van Cirkelstad is er aandacht voor het bieden van concreet handelingsperspectief. Zoals het toetsingsschema voor circulaire planbeoordeling welke je houvast geeft bij het beoordelen van bouwplannen op circulariteit.  
   
4. Tot slot staat op de website van de circulaire bouweconomie een pagina aan de slag. Hierop staan praktijkvoorbeelden en rapporten over circulair bouwen. Zo staat daar de roadmap over ‘Circulair inkopen & Opdrachtgeverschap’ welke door de Metropoolregio Amsterdam is ontwikkeld. Met deze handleiding kunnen overheden aan de slag met praktische instrumenten en een beschrijving van het aanbevolen proces voor circulair inkopen en opdrachtgeverschap.

Als ik dit zo bekijk ben ik best tevreden met hetgeen we zelf doen en wat anderen doen. Dit wordt alleen maar beter als ik daarbij ook kijk naar wat is uitgezet en er dus nog aan staat te komen (misschien iets voor mijn volgende column).

Dus ja, last van tijdgebrek en hectiek, maar bovenal ook leuk. En als we allemaal ook nog eens een beetje op elkaar letten…dan moeten we op een gezonde manier nog heel veel stappen kunnen zetten.

Tineke Beuker