Het jaar 2050 is al begonnen

Het is de ambitie van de overheid dat Nederland in 2050 circulair is. Uitgaande van het feit dat speelplekken voor de lange termijn ontworpen worden (25-30 jaar), betekent dat concreet dat het jaar 2050 vandaag al begonnen is. Wie een toestel of speelplek ontwerpt, moet nu al nadenken over de eis dat ook speellocaties circulair moeten zijn. ‘En dat is nog zelden het geval’, concluderen Elske Oost-Mulder en Arjan Vreugdenhil van OBB, specialisten in speelruimte.

Impressie van een circulaire speellocatie

Eerst een mooie analogie: dit voorjaar vloog de Boeing 747 van KLM voor het laatst. Het is –gezien alle technologische ontwikkelingen de laatste decennia- bijna niet voor te stellen dat het ontwerp ervan dateert uit de jaren vijftig/zestig. Het toestel ging dus meer dan vijftig jaar mee en werd ontworpen in een tijd dat cad/cam niet bestond, computers zeldzaam waren en aerodynamica nog in de kinderschoenen stond. Het geldt voor veel producten. Ontwerpen moeten letterlijk een leven lang meegaan. En dat is voor speeltoestellen en speelplekken niet anders. Wie nu een nieuw speelplek of -toestel ontwerpt, doet dat voor de lange termijn. Het toestelontwerp zelf of de series erna, zijn gebaseerd op een prototype dat nu op de tekentafels liggen. Ook een speelplek zal lang op eenzelfde locatie liggen. Zowel voor toestel als plek geldt dan: er moet nu al nagedacht worden over de lange termijn. Een lange termijn waarbij circulariteit een cruciale rol gaat spelen.

Toch concludeert Elske Oost-Mulder dat het speelveld daar nog nauwelijks mee bezig zijn. ‘Ja, er wordt best nagedacht over duurzaamheid. Ja, fabrikanten kijken of ze milieuvriendelijker kunnen produceren. Ja, ambtenaren worden door de burger steeds vaker aangesproken over een leefbare en levensloopbestendige wijk. Maar dat is nog altijd wat anders dan dat er echt circulair wordt gedacht. En dat is vaak nog een ver-van-mijn-bed-show. Wie over spelen in de toekomst nadenkt, moet eigenlijk nu al denken dat het 2050 is.’

Overheid

Concreet. Wat zegt de overheid? De vraag naar grondstoffen voor bijvoorbeeld eten, elektrische apparaten, kleding maar ook speelvoorzieningen neemt wereldwijd sterk toe. Daarom werkt de overheid samen met het bedrijfsleven, kennisinstituten en natuur- en milieuorganisaties , overheden, vakbonden, financiële instellingen en  andere maatschappelijke organisaties om zuiniger en slimmer met grondstoffen om te gaan. Het doel: Nederland volledig circulair in 2050. Het kabinet heeft drie doelstellingen geformuleerd om de Nederlandse economie zo snel mogelijk circulair te maken als het gaat om nieuwe producten:

  1. Bestaande productieprocessen maken efficiënter gebruik van grondstoffen, zodat er minder grondstoffen nodig zijn.
  2. Wanneer nieuwe grondstoffen nodig zijn, wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van duurzaam geproduceerde, hernieuwbare (onuitputtelijke) en algemeen beschikbare grondstoffen. Zoals biomassa, dat is grondstof uit planten, bomen en voedselresten. Dit maakt Nederland minder afhankelijk van fossiele bronnen en het is beter voor het milieu.
  3. Nieuwe productiemethodes ontwikkelen en nieuwe producten circulair ontwerpen.  

Het kabinet trekt ook 40 miljoen uit voor het versnellen en opschalen van de circulaire economie. Het geld gaat onder meer naar concrete circulaire initiatieven van MKB-ers, maar de ervaring leert dat de subsidieaanvragen al snel overvraagt zijn.

Onderaan de R-ladder

In de wereld van de circulariteit wordt vaak gewerkt met de zogenaamde R-ladder: van refuse en rethink tot repair en recycle. Bovenaan deze ladder staat het verminderen van consumptie en productie en het slimmer maken en gebruiken van producten. In het midden staat levensduur van producten en onderdelen verlengen. Onderaan staat het nuttig toepassen van materialen, die anders gestort zouden worden.

Arjan Vreugdenhil: ‘Als onze speelbranche al circulair denkt, staan ze vaak nog onderaan de R-ladder. Natuurlijk gebeurt er wel wat, maar voordat we bovenaan de ladder staan moet er echt nog veel –heel veel- gebeuren. Het verbranden van hout in een biomassacentrale zodat het energie oplevert, is toch echt wat anders dan circulair denken zoals de overheid bedoelt.’ Goed voorbeeld van hoe het bijvoorbeeld kan, is volgens Arjan Vreugdenhil grondstoffen uit andere kringlopen gebruiken om daar speelvoorzieningen van te maken. Maak van een reststroom een speelobject. Of andersom: maak van een afgeschreven stalen speeltoestel een verkeersbord. Dan vermeerder je waarde en verminder je de aanspraak op natuurlijke grondstoffen. Want die raken echt een keer op. Nu al zie je dat diverse landen grondstoffenoorlogen voeren.’ Het is vaak een kwestie van out of the box denken, zegt Arjan Vreugdenhil. ‘Je kunt natuurlijk een plastic of metalen klimtoestel maken, maar waarom ga je als gemeente niet naar een kweker en zeg: ik wil een paar klimbomen van je. Je bereikt er dezelfde speeldoelen mee (klimmen voor kinderen) én het is goed voor het klimaat. We moeten veel meer bezig zijn met klimaatadaptatie. Biologische kringloop in de gaten houden. Ons realiseren dat grondstoffen eindig zijn en we voor onze kinderen een wereld willen waarin we de kringloop sluiten. Het gaat uiteindelijk om de toekomst van onze kinderen. Die willen leven in een duurzame wereld.’

Besef door de Indicator Circulaire speelruimte©

In gesprekken met speelambtenaren signaleert Oost-Mulder ook wel een verandering die tendeert naar circulair denken en duurzaam opereren. ‘Er zijn inloopavonden voor een nieuwe speelplek met buurtbewoners waar de wens naar duurzaam echt wel naar voren komt. Ook producenten van toestellen zijn er mee bezig. Het besef groeit, al denken betrokkenen dat je er met een milieuvriendelijk laagje verf of een houten in plaats van plastic of stalen toestel wel bent. Ook groeit het besef maar langzaam en is soms niet helemaal realistisch. Zo blijkt de R-ladder in de praktijk daarbij niet altijd een handig instrument. Ook liep OBB vast bij het uitwerken van de R-ladder voor speelruimte. Hoewel die al wel een beeld geeft van (on)mogelijkheden en waardevermeerdering, blijven juist veel sociale en onderhouds aspecten buiten beeld. Veel gemeenten weten eigenlijk helemaal niet waar ze staan.” Oost-Mulder helpt hen om dat inzicht te verschaffen met de Indicator Circulaire speelruimte©.

De bepalende 50 aspecten die met spelen en circulair te maken hebben, zijn uitgewerkt om inzicht te geven in welke circulaire strategieën je investeert: benutten we wel het beschikbare? Gebruiken we wel het hernieuwbare? Hoe dicht zijn we eigenlijk bij 2050-denken? De indicator is niet zozeer een label of keurmerk, maar geeft inzicht in de gehanteerde circulaire strategieën in een project. OBB nodigt komende tijd gemeenten, leveranciers en ontwerpers uit om in een indicatoradviesgesprek de 50 indicatoren langs een project leggen. Na dit gesprek krijg je de indicatoren en de officiële genummerde bijbehorende stempel voor het project.

Zevenmijlslaarzen nodig

Elske Oost-Mulder: ‘We hebben naar aanleiding van de Kennisdag Circulaire speelruimte en de pilots circulair vervangen diverse gesprekken gevoerd met beleidsambtenaren die zich met spelen bezighouden. Met de indicator in de hand is de conclusie steeds weer tweeledig. Er worden echt wel stapjes gezet, maar feitelijk zijn er zevenmijlslaarzen nodig. Vaak schrikken betrokkenen toch – als ze zien waar ze heen moeten- hoe (beperkt) circulair ze echt zijn. De meesten zijn echt van goede wil, weten niet goed wat er bij volledig circulair denken komt kijken. Het is vaak een eye-opener. Als ze de indicator invullen wordt pas inzichtelijk hoe circulariteit werkt en hoe dichtbij 2050 dan al is. Als je nadenkt over hoe een nieuwe speelplek nu ontworpen moet worden en hoe het na te zijn afgeschreven weer hergebruikt kan worden, kun je maar tot één conclusie komen: het jaar 2050 is al begonnen.’ Het mooie van het 2050-doel van de overheid is en dat beleidsambtenaren richting wethouders echt iets in handen hebben om duurzaamheid concreet te maken. Arjan Vreugdenhil: ‘Het is geen persoonlijke hobby van een medewerker. Het is urgent beleid. Als je daarmee naar een wethouder gaat, moet die wel actie gaan ondernemen.’

Kennisverspreiding

Om de urgentie van circulaire speelruimte tussen de oren te krijgen van alle betrokkenen, organiseerde OBB in mei 2019 de goed bezochte Kennisdag Circulaire speelruimte. In 2020 is met drie gemeenten (Katwijk, Rucphen en Heerenveen) een eerst pilot circulaire aanpak bij speelruimteprojecten gedraaid en is de indicator in dit traject door OBB ontwikkeld en door hen getest. In 2021 worden deze projecten uitgevoerd. Er is in 2021 weer ruimte voor drie nieuwe gemeenten. Op 17 maart wordt de derde Webbijeenkomst indicator circulaire speelruimte georganiseerd.

Webbijeenkomst project indicator circulaire speelruimte

Voor iedereen die circulair aan de slag wil met haar speelruimte, legt Elske Oost u in 15 minuten de basisprincipes uit van circulaire speelruimte en welke strategieën je daarbij kan hanteren. Het vertrekpunt hierbij is Nederland circulair in 2050. Dat is onze gezamenlijke missie!

Daarna laat Arjan Vreugdenhil in vogelvlucht de indicatoren binnen de strategieën zien en legt van enkele ervan uit hoe deze toe te passen of interpreteren in een project. Daarna is er gelegenheid om vragen te stellen.

De deelnemers aan deze webbijeenkomst krijgen korting van € 75 euro op het eerste indicatoradviesgesprek* over hun circulaire project.

De gratis bijeenkomst van OBB ingenieursbureau is op 17 maart om 11.45 uur (inloop 11:30 uur) en eindigt rond 12:30 uur. Download vergader-item in je agenda [download .ics] of  Klik hier voor rechtstreeks in MsTeams (web en app) of of hier https://tinyurl.com/Circulaire-speelruimte-17-3

Sprekers: Arjan Vreugdenhil, stedebouwkundig speelruimte ontwerper, en Elske Oost-Mulder, speelruimte adviseur.

* Het indicatoradviesgesprek duurt een uur. In dit uur leggen we de 50 indicatoren samen langs het project. Daarna ontvang je de 50 indicatoren en officiële OBB genummerde stempel Indicator Circulaire speelruimte© zodat precies gezien kan worden in welke strategieën in het betreffende project is geïnvesteerd. Het verkrijgen van gesprek, indicatoren en gewaarmerkte stempel kost 250 euro exclusief btw.

Auteur: Ronald Buitenhuis (vrm hoofdredacteur Buitenspelen).
Dit artikel is ingezonden door onze partner OBB Ingenieurs. Voor meer informatie: bel 0570 – 61 60 05 of kijk op www.obb-ingenieurs.nl

< Welke maatregel wil jij terugzien in het Circulaire Verkiezingsprogramma? | Hoe wij de circulaire economie transformeren >