‘Het Nieuwe Normaal neemt schroom weg bij overheden voor circulaire gebiedsontwikkeling’

“Overheden zijn vaak terughoudend om duurzame eisen te stellen aan gebouwen en gebiedsontwikkelingen. Het Nieuwe Normaal helpt om die schroom weg te nemen.” Aldus Gert-Willem van Mourik transitiemanager circulair bouwen bij de provincie Zuid-Holland. Hij zei dit tijdens de Community of Practice bij het Cirkelstad leernetwerk over Het Nieuwe Normaal leidraad 0.4 Gebied. Het Kompas Circulaire Gebiedsontwikkeling die de provincie heeft ontwikkeld – en wat tijdens de online sessies werd toegelicht – moet gemeenten meer inzicht in de circulaire mogelijkheden gaan geven. 

Merlijn Blok van Metabolic is de afgelopen zes jaar bezig geweest in het werkveld van circulair bouwen en gebiedsontwikkeling en tevens betrokken bij Het Nieuwe Normaal. Evaluaties moeten wat hem betreft duidelijk maken waar de sector staat en wat er qua prestaties haalbaar is. “Maar vooral ook, waar kunnen we naar toe als het gaat om een norm voor circulair bouwen.” Blok neemt vervolgens de aanwezigen mee door Het Nieuwe Normaal Gebied. Hierin zijn verschillende types gebiedsontwikkelingen geformuleerd, zoals een woonwijk, bedrijventerrein of een gemengd woon-werkgebied. “Daarnaast maken we nog een onderscheid tussen transformatie en herontwikkeling en uitbreidingslocaties zonder bestaande bebouwing”, aldus Blok. In Het Nieuwe Normaal gaat het dan over respectievelijk brownfields en greenfields. Vanzelfsprekend speelt materiaalgebruik een belangrijke rol als het over circulaire gebiedsontwikkeling gaat. “Hoewel we breed kijken naar de duurzame context is dat echt de kern van het raamwerk.” Hij geeft het project Strandeiland in Amsterdam als voorbeeld. “Het stedenbouwkundig plan is gereed en de volgende stap is de realisatie. Eerst waren er kwantitatieve ambities opgenomen voor gerecyclede en hernieuwbare producten. Maar nu wordt er eigenlijk zo veel mogelijk gestuurd op hernieuwbare biobased materialen of hoogwaardig hergebruik van gerecyclede materialen. Dat geldt ook voor de inrichting van de openbare ruimte waar wordt gekeken naar wat in de realisatie haalbaar is.”

Aan de slag

Blok benadrukt dat hoewel Het Nieuwe Normaal nog volop in beweging is, iedereen er vandaag al mee aan de slag kan. “Zo kan je bijvoorbeeld de HNN-thema’s gebruiken om de ambities te bepalen. Ook kan je in projecten al prestaties uitvragen op basis van de indicatoren van Het Nieuwe Normaal.” Voordeel daarvan is volgens hem ook dat daardoor meer partijen met Het Nieuwe Normaal gaan werken. Op de vraag of ook kleinere gemeenten hiermee aan de slag kunnen knikt Blok bevestigend. “Het is heel interessant voor gemeenten, zowel klein als groot, om inzicht te krijgen in welke stappen ze qua circulariteit zetten. Wat zijn verschillende indicatoren waar ik op kan focussen om mijn ambitie voor een nieuw gebied vorm te geven? En ten tweede, welke prestatieniveaus zijn haalbaar om daarover het gesprek met de markt mee aan te gaan? Misschien een marktconsultatie te doen?

Lessen

Op basis van de verschillende evaluaties die zijn gedaan zijn volgens Blok al wel de nodige lessen te trekken. Zo helpt het als wethouders enthousiast zijn als het gaat om het formuleren van ambities. “Ook het op een gelijkwaardige manier samenwerken met partners die in een gebiedsontwikkeling werken draagt bij aan het opstellen van gemeenschappelijke circulaire doelen. En we zien dat het helpt als er intrinsiek gemotiveerde mensen binnen een project werken.”

Zo’n intrinsiek gemotiveerd persoon is zonder twijfel Gert-Willem van Mourik. Hij is werkzaam bij de provincie Zuid-Holland en houdt zich intensief bezig met de transitie naar een circulaire economie. “We zijn al een tijdje bezig met Het Nieuwe Normaal gericht op het gebouw. Het biedt naar mijn idee een mooie schakel tussen enerzijds beleidsdoelstellingen, dus dat je meer met circulariteit wilt doen. En anderzijds kun je het met de prestatie indicatoren heel concreet maken. Waar wil ik op scoren en hoe doe ik dat dan?”

Spannender

Op de vraag van Thirza Monster hoe hij Het Nieuwe Normaal ziet in relatie tot de woondeals klinkt een aarzeling; “die is wat spannender.  Wat ik mooi vind”, vervolgt hij, “is dat als je maar genoeg evaluaties doet je laat zien wat er in de markt kan. Dus omdat je gaat meten weet je ook dat er bijvoorbeeld voldoende bedrijven zijn die kunnen aanbieden en dat het dus ook best betaalbaar is. Het helpt ook om de discussie te voeren en duurzame eisen te stellen aan gebouwen en gebiedsontwikkelingen. Alleen wat ik zie is dat veel overheden daarin nog best wel terughoudend zijn.” Dat heeft volgens hem voor een belangrijk deel ook te maken met onwetendheid. “Vaak weten gemeenten niet wat de mogelijkheden zijn en waar ze zelf nog sturing aan kunnen geven.”

Kompas

Om gemeenten daarmee op weg te helpen ontwikkelde de provincie samen met Over Morgen het Kompas Circulaire Gebiedsontwikkeling. Deze tool geeft gemeenten op een gestructureerde wijze inzicht in de mogelijkheden om circulariteit in zowel beleid als projecten te integreren. “De aanleiding hiervoor”, licht Van Mourik toe, “was dat we vragen kregen over het realiseren van circulaire gebiedsontwikkelingen. In eerste instantie wilden we gewoon laten zien dat het kan. Vervolgens hebben we bij de gemeente Leiden zóveel informatie opgehaald dat dit voor meerdere gemeenten interessant kan zijn. Wat de ontwikkeling van het Kompas mij heeft opgeleverd is dat je in je taal slimmer moet worden. Je mag bijvoorbeeld veel onderdelen niet meer eisen maar je mag het wel vragen. En dat vragen kun je in convenanten slim organiseren. En dan mag het opeens wel. Dus het Kompas helpt ambtenaren ook om wat creatiever iets voor elkaar te krijgen.”

Sietse Gronheid leidt de deelnemers van de online sessie door de werking van het Kompas. “De kern van het Kompas”, zo vat Gronheid het samen, “is dat alle informatie op één centrale plek ontsloten wordt. Zo kun je ook integraal naar de opgave kijken. Het Kompas helpt gemeenten vervolgens om die stappen te zetten die nodig zijn om een circulaire gebiedsontwikkeling tot stand te brengen. Trouwens, ook als een gemeente geen grondpositie heeft is er vaak veel meer mogelijk dan men denkt.” Het Kompas is in januari online gekomen. Een vertegenwoordiger van de gemeente Alphen aan den Rijn is in elk geval enthousiast. In de chat laat ze weten ermee aan de slag te gaan.

Interactief

Het laatste half uurtje van de online sessie is bedoeld om interactief met elkaar aan de slag te gaan. Bas Grol van Cirkelstad leidt dit onderdeel met als doel het kennisniveau te testen. Dat blijkt wel goed te zitten. Zo werken 14 van de 32 deelnemers al met indicatoren van het Het Nieuwe Normaal.  Overigens 12 daarentegen niet. Sylvia Göttgens van de gemeente Heerlen zegt één van de 12 te zijn. “Simpelweg omdat ik er nog te weinig van afweet.” Sebastiaan  van de gemeente Groningen geeft aan net Citydeal-partner te zijn geworden. Er zitten in Het Nieuwe Normaal voor zowel gebouw als voor gebied wel zaken in die we al toepassen. We moeten het nu alleen concreter maken. Op de vraag welke indicatoren al worden toegepast vult de meerderheid MPG/MKI in. Maar ook construction stored carbon wordt één keer aangevinkt. Gert-Willem van Mourik heeft dat gedaan. “Wij proberen er mee te werken om daarmee aandacht te krijgen voor het thema. Voor biobased projecten leren we ook om bij bouwprojecten uit te rekenen hoeveel CO2 is ontstaan. Maar we sturen er niet op.” Iemand anders geeft aan dat zij als kleinere gemeente ook experimenteert om per project met verschillende indicatoren ervaring op te doen.

Op de vraag welke uitdagingen je bij het toepassen tegenkomt komen verschillende antwoorden die variëren van onbekendheid tot tijdsgebrek.  De vertegenwoordiger van de gemeente Groningen laat weten er nog niet lang mee bezig te zijn. “Het is wel iets waar we mee aan de slag moeten. Het Nieuwe Normaal, het circulair bouwen, ik ben er heel positief over. Het biedt heel veel mogelijkheden.”

Gemeenschappelijke taal

Tenslotte gaat het nog over welke kansen men ziet voor de toepassing. Hier komen antwoorden op als draagvlak, gemeenschappelijke taal. “Ik vind het heel fijn dat als je met elkaar om de tafel zit, iedereen weet waar het over gaat. Het is heel prettig van Het Nieuwe Normaal dat je het met elkaar over hetzelfde hebt.” 

Meedoen

Wil ook jij jouw project langs de langs de lat van Het Nieuwe Normaal leggen en leren van andere gemeenten en provincies? Neem dan contact op met Thirza Monster via of Bas Grol via .

< Adviseurs aan de slag voor circulaire ontmoetingsplekken | ‘Met de juiste intentie kunnen we veel bereiken’ >