Voor het eerst is er een gedetailleerd beeld gemaakt van de materiaalstromen in de bouw en de totale milieu-impact daarvan voor het peiljaar 2014. De studie maakt dat het Transitieteam Circulaire Bouweconomie inzet op volledig circulair bouwen waarvoor zowel vermindering van materiaalgebruik nodig is, als hoogwaardig hergebruik en het inzetten van hernieuwbare grondstoffen. Precies waar het Transitieteam Circulaire Bouweconomie aan werkt. Op basis van analyse van beschikbare data hebben de onderzoekers ook een doorkijk gemaakt naar het jaar 2030.
Elphi Nelissen, voorzitter van het Transitieteam, vertelde bij BNR over het rapport: ‘We halen onze circulaire bouwdoelen maar nét…in theorie dan’. Luister hier de uitzending terug.
Belangrijk inzicht uit de studie is dat voor de nieuwbouw, renovatie en onderhoud van gebouwen veel meer materiaal benodigd is dan vrijkomt door sloop en vervanging. Deze onbalans bedroeg voor het peiljaar 2014 ruim een factor 2.
In de toekomst blijft dat verschil bestaan, al neemt het iets af. In 2030 is de behoefte aan materiaalstromen nog een factor 1,7 groter dan vrijkomt bij sloop en demontage. Hergebruik van materiaal blijft dan ook beperkt, voor (theoretisch) maximaal 41 procent in 2014 oplopend naar 59 procent in 2030.
Kansen voor circulariteit
Wil de bouweconomie het doel om volledig circulair te werken in 2050 gaan halen, zoals is bepaald in het Uitvoeringsprogramma Circulaire Bouweconomie, dan zijn er gerichte acties en beleid nodig. De onderzoekers zien daarvoor meerdere kansen. Het anders ontwerpen waardoor minder materiaal of ander materiaal benodigd is, modulair en demontabel ontwerpen en levensduurverlengende maatregelen en technieken gebruiken zijn mogelijkheden.
Hans Scherpenzeel, programmamanager Circulaire Bouweconomie: ‘Wat het onderzoek bijzonder maakt, is dat we nu voor het eerst een goed en volledig overzicht hebben van niet alleen de materiaalstromen, maar ook van de milieu-impact en het energiegebruik. Dit biedt handvatten voor vervolgstappen en sturing.’
Dankzij het onderzoek is inzicht ontstaan in de mate waarin bouwmaterialen bijdragen aan milieubelasting en CO2-uitstoot. Daarnaast zijn voor de diverse materiaalstromen de milieuschaduwkosten en het materiaalgebruik berekend aan de hand van de Milieuprestatie Gebouwen (MPG) en de Milieu Kosten Indicator (MKI). Dit maakt materialen onderling vergelijkbaar.
Bijdrage aan CO2-reductie
Ten opzichte van het peiljaar voorzien de onderzoekers in de toekomst een toename in gebruik van bouwmaterialen. Dat geldt zowel voor nieuwbouw als voor renovatie, bijvoorbeeld in het kader van verduurzaming van de bouwvoorraad. De daarmee gepaard gaande CO2-uitstoot kan met circulair bouwen ingeperkt worden.
‘Het onderzoeksrapport onderbouwt de gekozen strategie van het Uitvoeringsprogramma Circulaire Bouweconomie’, zegt Scherpenzeel. ‘En dankzij de gedetailleerde kwantificering kan nu gericht actie ondernomen worden.’
Het onderzoek is tot stand gekomen in een samenwerking van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), Metabolic en SGS Search, in opdracht van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie. Het volledige onderzoek ‘Materiaalstromen, milieu-impact en energiegebruik in de woning- en utiliteitsbouw – uitgangssituatie en doorkijk naar 2030’ is hier te vinden.