Waardering van recycling, hergebruik en energieopwekking uit afval in LCA

Mantijn van Leeuwen schrijft een vierdelige serie over de MPG voor Cirkelstad. Hij is directeur van NIBE en senior adviseur op het gebied van strategie en beleid van duurzaamheid van bouwproducten. Lees hier deel 1.

In een milieugerichte levenscyclusanalyse (LCA) berekenen we alle emissies naar en alle grondstofonttrekkingen uit het milieu. Deze worden met milieumodellen gekarakteriseerd tot milieueffecten, zoals bijvoorbeeld klimaatverandering.

We rekenen over de hele levenscyclus van een product, van de winning van grondstoffen tot de verwerking van afval. We hebben voor het gemak elk stapje in de cyclus een aanduiding gegeven, zoals hieronder schematisch aangegeven:

Bron: Bepalingsmethode milieuprestatie bouwwerken 1.0

De levenscyclus wordt met systeemgrenzen aangegeven, dus wat er in en wat er buiten valt. We hebben afgesproken dat hergebruik en recycling onderdelen zijn van de volgende gebruikscyclus en dus buiten de grenzen van ons systeem vallen. Omdat we ze wel van belang vinden worden de mogelijke milieueffecten hiervan wel berekend en deze worden gezamenlijk in een aparte module gerapporteerd, de module D.

Dit doen we naast recycling en hergebruik ook voor andere besparingen. Besparingen zijn emissies of onttrekkingen die worden voorkomen, doordat er uit onze cyclus grondstoffen gerecycled, hergebruikt, maar bijvoorbeeld ook verbrand worden. Bij verbranding wordt er doorgaans elektriciteit en/of warmte geproduceerd. Dit betekent dat er dan geen reguliere elektriciteit- of warmteopwekking nodig is en dus worden de brandstoffen hiervoor bespaard.

De kern van mijn betoog is dat uitsparingen geen echte milieueffecten zijn. Net als bij geld. Als ik een product koop, geef ik werkelijk geld uit om het te verkrijgen. Als ik het daarna aan iemand anders geef, zodat die het nog een keer kan gebruiken, bespaart die persoon de aanschaf van een nieuw product, maar daarmee krijg ik mijn geld nog niet terug. Bij milieueffecten is iets soortgelijks aan de hand. Doordat ik mijn beton na gebruik als grindvervanger kan inzetten bespaar ik de winning van nieuw grind, maar daarmee krijg ik niet de CO2 uitstoot terug van de oorspronkelijke productie van het grind dat in mijn beton is gegaan. Maar op papier in onze module D doen we op dit moment wel precies dat. We zouden hier eigenlijk anders mee om moeten gaan. Het uitrekenen om het effect te bepalen is prima, maar we moeten module D niet zo maar optellen bij de andere modules uit een LCA.

Het wordt naar mijn idee tijd dat we module D anders gaan gebruiken in de praktijk. Het is een inschatting van het circulaire potentieel van een product, maar moet niet langer bij de totale milieu-impact van een product worden opgeteld (zoals in de MPG en MKI). Het hoort meer thuis in een circulariteitsindicator. Hoe dat zou passen is een mooie opgave om uit te zoeken.

De instrumenten die gebruikt worden om de MPG en de MKI te bepalen zijn bij ingang van de NMD 3.0 allemaal de resultaten gaan presenteren per module D. Dus we kunnen dit nu eenvoudig invoeren in de praktijk. Laten we module D apart plaatsen en niet langer optellen bij de andere modules en niet meer mee rekenen in de MPG en MKI op de manier zoals we het nu doen, maar hier een andere manier voor zoeken, die recht doet aan waar de module D voor staat.

Meer weten over LCA? Volg de LCA opleiding van NIBE: BOOST by NIBE LCA’s in de bouw (nibe-sustainability-experts.com)

Mantijn van Leeuwen

Mantijn schrijft een vierdelige serie over de MPG voor Cirkelstad. Hij is directeur van NIBE en senior adviseur op het gebied van strategie en beleid van duurzaamheid van bouwproducten.

< Sociaal hout in Rotterdam | Circulair slopen op het allerhoogst denkbare niveau >