Cirkelstad Rotterdam: De meerwaarde van een integrale aanpak

Zijn de circulaire economie en de energietransitie gescheiden werelden of liggen er voorname economische en ecologische kansen om deze met elkaar te verbinden? De partners van Cirkelstad Rotterdam zijn onlangs bij elkaar gekomen om de meerwaarde van een integrale aanpak vast te gaan pakken.

Meervoudige waardecreatie

De gemeente Rotterdam wil in 2030 de helft minder primaire grondstoffen gebruiken in de stad en is in 2050 aardgasvrij. Stevige ambities op twee terreinen. Lucinda Kootstra, adviseur duurzaamheid & circulair bij de Gemeente Rotterdam, is volop bezig met een integrale duurzame visie, ambitie en beleid. Zij nam gasten mee in wat wel en niet gewerkt heeft in diverse pilots omtrent deze integrale aanpak op het gebied van inkoop en opwek ven duurzame energie. De gemeente werkt met een zogenaamd duurzaamheidskompas. Waarin vier pijlers zijn opgenomen die in verbinding met elkaar staan: energietransitie, gezonde leefomgeving, circulaire economie en klimaatadaptatie. In het programma ‘Van zooi naar mooi’ is circulariteit een middel om de doelen uit te werken.

Waarom is het belangrijk om de energietransitie en circulaire economie met elkaar te verbinden?

In het totale aantal broeikasemissies in de wereld is te zien dat 55% daarvan over energie gaat en 45% over materialen. De CO2 reductie wordt niet gehaald uit alleen het energieverbruik. Het lastige van productemissies is dat de uitstoot van de productie vaak niet in de gemeente zelf is. Vaak wordt het buiten de gemeente geproduceerd, maar er binnen gebruikt. Hoe deze opgave integreren? Bijvoorbeeld door de daken in Rotterdam zo goed mogelijk te benutten met het programma multifunctionele daken waarin zonnepanelen, groene en blauwe daken worden geïntegreerd.

Een ander praktisch voorbeeld van een integraal project is de plaatsing van windmolens. Hierbij is rekening gehouden met:

  • Levensduurverlenging
  • Mogelijke toekomstige hergebruik & recycling
  • Duurzame bedrijfsvoering
  • Impact van transport & constructie
  • Milieu impact van materiaalgebruik
  • Geen gebruik van kritieke materialen; dit is een lastig aspect om toe te passen aangezien er in de windsector nog niet gewerkt wordt met diverse tools als LCA en MKI.

Een aantal geleerde lessen die in dit project naar voren zijn gekomen:

  • Werken op verschillende niveaus;
    • Indicatoren voor inkoop
    • Ontwikkelen van andere werkwijze
    • Inkoop vs. Opdrachtgevers
  • Iconische en schaalbare projecten
  • Omgaan met onzekerheden in de toekomst: meetbaarheid & verificatie

Uit de discussie met de gasten, kwam onder meer de volgende vragen naar voren:

  • Een van de partners is bezig met een project waarbij 15.000 woningen van het gas af moeten met een doelstelling van 75% CO2 reductie. Het is evident, maar alle straten worden daarvoor opengebroken, leidingen worden aangelegd en het elektriciteitsnet wordt verzwaard. Relaterende aan bouwimpact en CO2 reductie, wordt dit aspect ook meegenomen?
    Nee, helaas niet, omdat dit met name getrokken wordt vanuit de energietransitie. Je merkt dan vaak dat de impact niet meegenomen wordt. Er zijn wel wat kleine pilots gestart waarbij CV-ketels ingeleverd worden.
  • Komen er ook middelen beschikbaar voor de integrale aanpak?
    De gemeente Rotterdam is hier nog zoekende mee. Er is een voorbeeld van duurzame gebiedsontwikkeling waarin omschreven wordt welke aspecten er allemaal meegenomen kunnen worden in gebiedsontwikkeling. Je ziet dat het bouwwaardenmodel eigenlijk alleen maar gericht is op of de energietransitie of de circulaire transitie. De uitdaging ligt hem in de combinatie zoeken tussen deze twee zodat er een integrale aanpak gehanteerd wordt.  
  • Hoe zit het met het vastgoed van de gemeente zelf?
    De ervaring is dat een en ander losstaand opgepakt wordt. Er is over sommige zaken kennis over de energietransitie en over andere projecten weer kennis over de materialen die er zijn. Er is nog geen integrale werkwijze. Daar zijn nog stappen voor nodig.

Integraal ontwerpen

Tim Tutert, partner van het bureau ECHO (urban design) ging in op de meerwaarde van integraal ontwerpen. Drie begrippen staan daarin centraal: 1) Human, architectuur, 2) Urban, stedenbouw en 3) Land, landschap. Zij zien het combineren van verschillende duurzaamheidsambities samen met de verdichtsopgave als de opgave voor nu. Ze werken met vaste teams waar altijd een landschapper, stedenbouwkundige en architect vertegenwoordigd zijn. Iedereen brengt vanuit zijn eigen expertise oplossingen voor de problemen die in een wijk zich voortdoen. Hierbij is het belangrijk om de omgeving om het gebied mee te nemen en een functiemix eraan toe te voegen.  

  • Klimaatadaptatie: Door toenemende heftige weersomstandigheden passen ze meer groen toe in een wijk. Auto’s verdwijnen uit een wijk, waardoor men in een park woont. Een grote plas midden in de wijk zorgt voor wateropvang, langzame infiltratie in de grond en vertraagd afvoeren.
  • Natuurinclusief: Hierin kijkt ECHO naar de ecologische structuren in de wijk. Welke structuren zijn er al in de stad en hoe kunnen deze naadloos verder lopen in deze wijk?  Inheemse soorten worden versterkt in plaats van verzwakt en de biodiversiteit neemt toe.
  • Circulariteit: Hierin kijken ze naar de waarde die er in een gebied al is. Dit gebruiken ze zodat het de identiteit versterkt en de waarde verhoogt.
  • Energietransitie/mobiliteit: Alle wijken die ze op dit moment ontwerpen zijn gasloos waarbij de auto zoveel als mogelijk uit de wijk moet. De praktijk wijst wel uit dat in buitenwijken de auto toch erg belangrijk is vergeleken met de stad. De volgende stap is deelmobiliteit.
  • Sociaal inclusief: ECHO heeft een aantal ruimtelijk domeinen opgesteld zodat de connectie tussen bewoners in de stad groter wordt. Met deze verschillende domeinen wordt de mate van ontmoeting anders.  
    • Passief beleven, privé domein: Je eigen huis en tuin.
    • Actief bezig zijn, collectief domein: Gezamenlijke buitenruimte met je buren.  
    • Ondernemen, gemeenschappelijk domein: Openbare ruimte wat voelt als gebied van de wijk.
    • Participeren, publiek domein: Vluchtig contact in grotere openbare ruimte.

De discussie met de gasten leverde onder meer het volgende op:

  • Wat te doen met oude parkeernormen?
    Bij de gemeente is vaak een afstand tussen de beleidsmakers en de ambtenaren die moeten toetsen aan de andere kant. In eerste instantie zijn de ambities hoog met een lage parkeernorm en deelmobiliteit. Maar vervolgens komen ze bij de ambtenaren die het toetsen en die slaan terug op het parkeerbeleid dat vaststaat. ECHO probeert hierin een rol te pakken om aan te geven wat de voordelen zijn en de wethouders en beleidsmakers mee te nemen. Ze merken gelukkig ook dat de omgevingsvisies daarin echt aan het verbeteren zijn.  
  • In hoeverre is de maakindustrie ook meegenomen in die gebiedsvisie ontwikkeling, zodat je ook weet als bureau dat het maakbaar is?
    ECHO werkt samen met de bouwers, alleen kost het veel tijd om dit allemaal uit te werken. Ze proberen daarin de details die ze essentieel vinden eruit te pikken en die dan uit te werken samen met de maakindustrie.
  • In hoeverre worden bestaande gebouwen gebruikt als alternatieve inkoop voor materialen? Wordt dit als ontwerpers meegenomen?
    Zeker, dat doet ECHO in de voorfase. Wat ze interessant vinden is om de bestaande iconische elementen in een gebied goed te gebruiken. De rest laten ze over aan een sloper die  kennis heeft waar geoogste materialen weer kunnen worden toegepast. Echter, voor een sloper is het lastig om alle materialen her te gebruiken. De uitdaging ligt er voor de ontwerpers en architecten om gebouwen zo te ontwerpen dat het volledig demontabel is.

Interesse om en keer aan te sluiten bij Cirkelstad Rotterdam? Of mee te denken of doen aan een circulair bouwproject in Rotterdam? Neem contact op via , iCircl

< Gemeenten, Rijk en marktpartijen geven circulair en conceptueel bouwen impuls met City Deal | Cirkelstad Den Haag: Circulariteit & CO2 >