Paris Proof bouwen gaat niet vanzelf, maar de eerste stappen zijn gezet

De actieve discussie bij de online bijeenkomst op 28 september 2023 van de community Cirkelstad Overheden over ‘Bouwen met zo min mogelijk CO2-impact’ laat zien dat het onderwerp leeft én er nog een stevige zoektocht is naar de juiste invulling ervan. De inzichten op een rij.

Het produceren van bouwproducten en realiseren van gebouwen leidt tot een bepaalde hoeveelheid CO2-uitstoot. Deze CO2-uitstoot in productie en bouw wordt ook de ‘embodied carbon’ (of ‘embedded carbon’) genoemd. Dit is onderdeel van de totale milieuprestatie van een gebouw.

Voor het inzichtelijk maken van de CO2-uitstoot heeft de Dutch Green Building Council (DGBC) en NIBE het Paris Proof Protocol ontwikkeld. Laetitia Nossek, programmamanager van DGBC: “De afgelopen jaren is de doelstelling helder geworden. Nu is het tijd om in te gaan op de praktische kant.”

De EU Green Deal ‘Fit for 55’ streeft naar 55% minder CO2-uitstoot in 2030. Dit raakt de Nederlandse bouwrechten. Ook moet de rapportage steeds completer worden. Welk deel van je gebouw is groen? Welk deel niet? Daarom moet er nu vanuit de Rijksoverheid veel gebeuren.

Eind vorig jaar is hierover een brief naar de kamer gegaan, met voorstellen voor onder andere het aanscherpen van MPG, het verbreden van MPG (ook voor andere gebouwen dan woningen en kantoren), de GWP-prestatie CO2 en het stimuleren van biobased bouwen.

[actualiteiten omtrent dit thema, zie hier de kamerbrief circulair bouwen]

Whole Life Carbon-aanpak

DGBC werkt samen met de World Green Building Council (WGBC) en diverse andere Europese Green Building Councils aan het project #BuildingLife. Het doel van dit project is om te komen tot een Whole Life Carbon-aanpak (WLC). Dan wordt gekeken naar de CO2-uitstoot gedurende de hele levenscyclus van een gebouw, dus van bouw, gebruik, onderhoud tot sloop.

Momenteel werkt het ministerie aan een WLC-rapportageverplichting. Hierover moet in 2025 duidelijkheid zijn en in 2030 moet dit geïmplementeerd zijn. “Wat ons betreft kan dit echt sneller,” aldus Nossek. “Ik vind dit te afwachtend.” Meer toegespitst op de rol van de gemeente, geeft Nossek aan, dat deze ligt in het hanteren van grenswaarden en controleren van bouwers.

CO2-prognoses in Rotterdam

Na Nossek is het de beurt aan een verhaal uit de praktijk. “We bouwen nu met onze ogen dicht,” meent Wouter Streefkerk,  beleidsmedewerker duurzaamheid bij de gemeente Rotterdam. Hiermee bedoelt hij dat de gemeente op dit moment geen idee heeft in hoeverre ze met prestaties op projectniveau bijdragen aan hun doelen. Daarom is de gemeente begonnen dit inzichtelijk te maken.

Rotterdam heeft door Aveco de Bondt een tool laten ontwikkelen waarmee ze de CO2-prognoses berekent. Op basis van het landelijke CO2-budget heeft de stad een eigen Rotterdams budget berekend. Streefkerk geeft aan dat het nogal uitmaakt of je rekent per vierkante meter, inwoner of te bouwen woning. Op dit moment rekenen ze met de woningbouwopgave – en dat zou neerkomen op 1,166 Mton.

Streefkerk toont een mooi overzicht van een aantal recente projecten. Deze is opgesplitst naar materiaalgebonden CO2, CO2 in de gebruiksfase en biogene CO2-opslag. Dat laatste loopt wat vooruit op de MPG-waarde, want op dit moment wordt de opslag nog niet afgetrokken van de uitstoot.

De resultaten waren voor de gemeente Rotterdam verrassend. Een aantal gebouwen waarvan ze hadden verwacht dat deze als slechtste uit de bus zouden komen, kwamen er best goed uit – en vice versa. Dit behoeft dus nog verder onderzoek, maar geeft gelijk ook aan hoe ingewikkeld de materie is (en dat er heel wat bij komt kijken om tot een juiste meetmethode te komen).

Perspectieven

Rotterdam probeert tot verschillende perspectieven te komen om aan hun eigen opgave te voldoen. Zo is de vraag die ze zichzelf stellen: “Hoeveel woningen kun je binnen budget bouwen met een bepaald scenario?“ De ontwikkelde tool kan daar volgens Streefkerk bij helpen.

De tool is ontwikkeld in open source-software en dus ook beschikbaar voor andere gemeentes. Een belangrijke conclusie op dit moment: “Het kost moeite om een Paris Proof gebouw neer te zetten, zelfs in hout gaat het niet vanzelf.”

Ook de vraagstukken waar Rotterdam mee kampt zijn herkenbaar voor de aanwezigen. Zo worstelt Amsterdam bijvoorbeeld met hoogbouw, die vaak een lagere score geeft dan lagere bouw. Hieruit blijkt ook een beperking van de huidige waarderingen. Streefkerk geeft aan dat je voor de volledigheid eigenlijk de infrastructuur eromheen ook mee moet nemen: “Dan is hoogbouw juist gunstiger.”

“Kortom, nog genoeg werk aan de winkel om Paris Proof te bouwen”, sluit Thirza Monster van Cirkelstad af. “Goed om zo met elkaar van gedachten te wisselen en de eerste stappen te zetten!”

Meedoen?

Wil jij als gemeente of provincie ook deelnemen aan de community Cirkelstad Overheden om stappen te zetten in circulaire gebiedsontwikkeling? Neem dan contact op met Thirza Monster of Bas Grol.

Thirza Monster

Spinner Cirkelstad Drechtsteden, Cirkelstad Den Haag,
Cirkelstad Groene Hart, Cirkelstad Rotterdam, Cirkelstad Regio 071, Cirkelstad Overheden


06 2844 6512

< Informatiecentrum SHIP: van demontage naar opbouw | Circulaire installaties: wat kunnen we nú al doen? >