Circulair werken is soms lastig, maar het kan écht. Duurzaamheidsmanager Karlijn Mol van Dura Vermeer, een van de partners van Cirkelstad Drechtsteden, onderzocht hoe.
‘In een conservatieve sector als de bouw is circulair werken soms lastig. Maar verduurzamen kan écht, mits je je aan drie voorwaarden houdt. Dat blijkt uit een onderzoek dat ik samen met Andre Nijhof, Professor Sustainable Business and Stewardship aan Nyenrode Business Universiteit, uitvoerde onder de tien grootste infrabedrijven van Nederland. Belangrijk: zie duurzaamheid niet alleen als een manier om te scoren op projecten, maar heb de intrinsieke wil duurzaam te zijn en het vertrouwen dat daardoor geld kan worden verdiend.
De noodzaak van verduurzaming ziet eigenlijk iedereen wel, maar voor relatief conservatieve branches zoals de bouwsector merk ik dat het nog lastig is om duurzaamheid écht te adopteren en te integreren in bedrijfsprocessen. Dit vraagt namelijk een andere mind set. Het vraagt om proactief leren, projectoverstijgend denken en duurzaamheid inbedden in de bedrijfscultuur.
Van oudsher
Dat verduurzaming nog niet zo één, twee, drie is doorgevoerd, is goed te verklaren. In de bouwsector wordt van oudsher namelijk vooral gedacht vanuit omzet en veiligheid. Bedrijven gaan van project naar project. Duurzaamheid wordt gezien als iets dat voordelen oplevert op de langere termijn. In het hier en nu is de beleving dat het vooral extra tijd, aandacht en geld kost. Maar het is broodnodig dat de bouwsector verduurzaamt zodat landelijke duurzaamheidsdoelstellingen behaald kunnen worden. Als wij zuiniger omgaan met grondstoffen, onder meer door circulair te werken, kunnen we hieraan een hele belangrijke bijdrage leveren. Dat vraagt wel om verandering en hoe voer je zo’n verandering door in een sector, die reactief en op projectbasis werkt?
Om op deze vraag antwoord te krijgen heb ik eind vorig jaar op een rijtje gezet hoe de tien grootste infrabedrijven van Nederland omgaan met verduurzaming in de bouwketen. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat circulair bouwen écht kan en zelfs een heel belangrijk onderdeel van de toekomstige business kan worden, mits aan drie voorwaarden wordt voldaan:
Kijk goed naar jezelf
Zo vereist circulair werken in de eerste plaats een proactieve houding van de bouwsector. Als het op duurzaamheid en circulariteit aankomt, wijst de bouwsector graag naar opdrachtgevers. “Als wij duurzamer moeten bouwen, moeten zij hun uitvraag maar aanpassen.” Dit geldt vooral voor infrabedrijven, die afhankelijk zijn van aanbestedingen van een aantal grote, publieke opdrachtgevers, met lage marges en strakke richtlijnen. Opdrachtgevers krijgen waar ze om vragen, terwijl inhoudelijke kennis van circulariteit en duurzaamheid in de sector zelf blijft.
Draai dat nou eens om. Neem de sector zoals hij is en kijk naar jezelf. Hoe gaan wij om met duurzaamheid? Wat kunnen wíj veranderen, zodat we echt duurzaam bouwen? De kennis en expertise ligt immers bij ons. Bouwbedrijven zouden opdrachtgevers meer moeten adviseren over hoe het duurzamer kan, in plaats van hun wensen klakkeloos uit te voeren.
Sla paaltjes
Naast deze zelfreflectie is het ook belangrijk dat we proactief paaltjes slaan. Zoek opdrachtgevers op, ook als er nog geen tender te winnen is. Schud de as van de bouwfraude van je af en praat met elkaar over wat mogelijk en haalbaar is. Ik ben van mening dat we het alleen redden als we van elkaar leren en daarvoor is dialoog noodzakelijk.
Doe datzelfde binnen de eigen sector en de eigen onderneming. Dat in de bouwsector op projectbasis wordt gewerkt, staat kennisgroei in de weg. Echte verduurzaming vraagt om projectoverstijgende samenwerking. Dit is wat anders dan het uitbesteden van een klus. Bedrijven rennen van project naar project. We leren elk project weer iets over duurzaamheid en circulariteit, maar we houden die kennis moeilijk vast. Laat staan dat die wordt gedeeld.
Intrinsieke waarde
Voeg duurzaamheid daarnaast toe aan bedrijfs-brede intrinsieke waardes als omzet en veiligheid. Op de werkvloer zijn ideeën genoeg. Maar uit mijn onderzoek blijkt dat daar weinig mee wordt gedaan. Ze belanden vaak op het bord van de duurzaamheidsmanager. Maar duurzaamheid wordt pas een intrinsieke waarde in je bedrijfscultuur als iederéén zich verantwoordelijk voelt. Geef medewerkers daarom ruimte en mogelijkheid om zelf proactief te zijn. Belangrijk is dat de top van de organisatie er ook écht voor gaat.
Circulair bouwen kan écht en kan zelfs een heel belangrijk onderdeel van de toekomstige business worden, mits aan drie voorwaarden wordt voldaan
Op de goede weg
Veranderen is altijd moeilijk en vergt soms een lange adem. Gelukkig durven sommige bouwbedrijven het voortouw te nemen. Ook bij Dura Vermeer zie ik dat initiatieven genomen worden, om duurzaamheid en circulair werken in te bedden in de organisatie. De ambitie is dat op termijn iedere medewerker, of het nu de calculator, de voorbereider of het ontwerpbureau, het logisch vindt duurzaamheid mee te nemen als één van de afwegingen.
Iedereen krijgt ruimte om naar potentiële duurzaamheidswinst in zijn eigen werk te kijken. Medewerkers moeten weten wat circulariteit inhoudt, het kunnen herkennen en toepassen in hun eigen werk. Laatst stelde een medewerker voor om vlaggen van gerecycled materiaal te gebruiken. Een goed idee, dat niet op mijn bureau terecht hoeft te komen. Overleg dit rechtsreeks met degene die er verantwoordelijk voor is. Dan bereik je het meest.
Markttransformatie
Dit klinkt misschien als een ver-van-mijn-bed-show, maar duurzaamheid is geen hobby aan de zijlijn van het bedrijf of iets wat alleen thuis kan. Duurzaamheid leidt tot markttransformatie. Een transformatie die we samen moeten doormaken, want los van elkaar bereik je niet het grotere doel. Alleen sámen kunnen we de verbeterpotentie van de bouw waarmaken. Circulair werken kan écht, maar wacht niet op je opdrachtgevers, collega’s of concurrenten, doe het zélf. Juist omdat we het geluk hebben in een sector te werken waar de potentie voor impact enorm is.’
Wil je meer weten over Dura Vermeer en circulariteit? Lees meer in het magazine van Dura Vermeer.