Sturen op lage MPG: kwestie van kiezen

De MilieuPrestatie Gebouw (MPG) is één van de indicatoren van Het Nieuwe Normaal (HNN). De MPG is de indicator waarmee je de milieu-impact van materialen van een gebouw over de hele levensduur inzichtelijk maakt. Om inzicht te geven over hoe de MPG precies werkt en hoe je op een lagere MPG kunt sturen zette Cirkelstad Zuid-Holland een verdiepingssessie op touw. Het Co-creation Centre van The Green Village in Delft was donderdag 15 februari het decor voor deze sessie. “Sturen op een lage MPG is een kwestie van kiezen”, aldus Agnes Mewe en Esmeralda Hemalaar van W/E adviseurs die de sessie gaven.

Als deze bijeenkomst één ding duidelijk maakte, dan was het wel dat werken met de MPG nog als best complex wordt ervaren. Zo noemde één van de aanwezigen aan het begin van de sessie het nog een lastige puzzel. “Maar ook de beoordeling of de MPG uiteindelijk goed is berekend en in de uitvoering wordt toegepast gaat vaak nog niet goed.” En een architecte merkte op dat ze het uitdagend vond dat haar eerste streep op het papier al gevolgen voor de MPG kan hebben. “Je zou willen dat er een soort tool komt die je daarbij kon helpen.” Hoewel zo’n specifieke tool er nog niet is, helpt het volgens Agnes Mewe adviseur bij W/E adviseurs duurzaam bouwen wanneer je van tevoren heel goed nadenkt over vanuit welke strategie je gaat ontwerpen. “Er zijn vijf hoofdstrategieën als het gaat om circulair bouwen”, legt zij uit. Deze strategieën refereren naar het benutten van de beschikbare materialen, zoals het gebruik van hernieuwbare materialen. Maar ook, houd rekening met toekomstige veranderingen en creëer voorwaarden die de levensduur van bouwwerken verlengen. “De vijfde strategie”, legt Mewe uit, “behelst het minimaliseren van de milieu-impact. Feitelijk minimaliseer je met preventie, dus het voorkomen van nieuwbouw, de milieu-impact het meest. En ga je voor nieuwbouw wees dan vooral zuinig met bouwmaterialen en producten en kies vooral alternatieven met de kleinste milieu-impact.”

Bepalingsmethode
Samen met haar collega Esmeralda Hemelaar, adviseur en onderzoeker duurzaam bouwen bij W/E adviseurs loodst zij vervolgens de aanwezigen door de MPG. Zo worden de milieueffecten vertaald naar schaduwkosten en uitgedrukt in euro’s per vierkante meter per jaar. Elke milieuprestatieberekening moet voldoen aan de zogenoemde ‘Bepalingsmethode Milieuprestatie gebouwen en GWW-werken’ waarmee de milieuprestatie van een compleet bouwwerk kan worden bepaald op basis van de prestatie van de producten en elementen waaruit het is opgebouwd. “Voor renovatie van gebouwen is de MPG nog niet wettelijk verplicht maar wel relevant”, benadrukt Mewe. Zij verwacht dan ook dat dit uiteindelijk voor renovatie en wellicht ook voor onderhoud gaat gelden. “Je kunt er nu eenmaal heel goed de milieubelasting van de gebruikte materialen in berekenen.”

Nationale Milieudatabase
Welke materialen er moeten worden gebruikt en wat precies de milieubelasting is staat in de Nationale Milieudatabase (NMD). Een belangrijk onderdeel van deze gegevens is de LCA-waarde, oftewel de levenscyclusanalyse. Deze brengt de invloed van het product op het milieu in kaart. Van de productie tot en met de verwerking ervan in het gebouw. Door al deze gegevens in gevalideerde rekeninstrumenten toe te passen rolt uiteindelijk de milieuprestatie eruit. Vanuit de zaal krijgt Mewe de vraag of er in het kader van de Wet Kwaliteitsborging (WKB) ook controle is op of de materialen op de juiste wijze worden toegepast. “Omdat als materialen niet op de juiste wijze worden gebruikt ze mogelijk een kortere levensduur hebben”, verduidelijk de vragensteller zijn vraag. Mewe: “Het is goed als daar inderdaad meer aandacht voor komt. Tegelijkertijd zijn er hiervoor ook gecertificeerde adviseurs die dat moeten gaan uitvoeren.”

Lage MPG
Om een lage MilieuPrestatie Gebouw (MPG) te bereiken, zijn er volgens Mewe verschillende maatregelen die kunnen worden toegepast. Allereerst is het belangrijk om producten te gebruiken met een lage Milieu Kosten Indicator (MKI). Dit betekent dat bij de productie en het gebruik van deze materialen zo min mogelijk belasting op het milieu wordt veroorzaakt. Daarnaast is het bevorderlijk om hergebruikte materiaal toe te passen, waardoor de behoefte aan nieuwe grondstoffen vermindert en de afvalberg kleiner wordt. “Gerecycled materiaal is ook een goede optie, omdat dit het gebruik van nieuwe grondstoffen vermindert en bijdraagt aan een circulaire economie.” Een andere strategie is het gebruik van hernieuwbaar materiaal, zoals biobased materialen. Deze materialen worden geproduceerd uit natuurlijke grondstoffen die snel hernieuwbaar zijn, waardoor hun impact op het milieu relatief laag is. “Bovendien draagt het bevorderen van een langere levensduur van gebouwen bij aan een lagere MPG. Door materialen en constructies te kiezen die duurzaam en robuust zijn, kan de behoefte aan frequente renovaties en nieuwbouw worden verminderd.”

Een laatste, maar niet minder belangrijke maatregel, is om te bouwen op een manier die demontage en modulaire constructies mogelijk maakt. Dit maakt het gemakkelijker om componenten te vervangen, te upgraden of te hergebruiken, waardoor de levensduur van het gebouw wordt verlengd en de impact op het milieu wordt verminderd. “We hebben woningbouwprojecten met een lage MPG geanalyseerd. Daaruit bleek dat het gebruik van hernieuwbaar materiaal als strategie het meest is toegepast”, zegt Mewe, “maar het geeft vooral aan dat de keuze vooraf heel belangrijk is.”

Veranderingen
Tegelijkertijd komen er aldus het tweetal grote veranderingen aan. Zo krijgt de MPG bijvoorbeeld per 1 januari een aanscherping. Waar nu nog een MPG van 0,8 geldt, wordt het dan een MPG van 0,5 voor woningen. Ook gaat de MPG gelden voor meer soorten gebouwen dan nu het geval is. En er komt een nieuwe weging. De zogenoemde A2-set met 19 effecten. Nu is er nog een A1 weging met 11 effecten. Esmeralda Hemelaar erkent dat de uitwerking lastiger wordt uit te leggen. “Want”, zo geeft ze haar gehoor mee, “met de A2-set kom je uiteindelijk uit op een MPG van 1.0. Deze is echter via de A1-set een MPG van 0,5.” Er gaat een zucht door de zaal. “Dan is er wel een duidelijke communicatie noodzakelijk”, geeft iemand in de zaal mee. Hemelaar knikt. “Dat moet zeker, maar wat we hier proberen aan te geven is dat je er wel op kunt sturen.”

Oefeningen
Om daar enig gevoel bij te geven, krijgen de aanwezigen de vraag of zij zich over het Co-creation Centre willen buigen. “Welke elementen van het paviljoen scoren volgens jullie in de MPG goed en welke slecht?”, vraagt Agnes Mewe aan de aanwezigen. De speciale installatie scoort goed, maar de grote aanwezigheid van glas scoort volgens de zaal slecht. Helaas heeft zij niet de juiste antwoorden, dus blijft het gissen of de zaal wel of geen gelijk heeft. Dat speelt geen rol bij de tweede vraag welke maatregelen men zou treffen als ze het paviljoen opnieuw mogen ontwerpen om een lagere MPG te krijgen. Verschillende opties brengt de zaal naar voren zoals minder glas, tweedehandse tapijttegels en kabelgoten en gebruikte schrootjes op het plafond. “Als ik nu een boom voor het Centre als zonwering plaats, leidt dat ook tot een lagere MPG?,” vraagt iemand. “Nee”, klinkt het resolute antwoord van Mewe. “De MPG geldt echt alleen op gebouwniveau. De invulling van de buitenruimte speelt geen rol.”

Tot slot benadrukt Hemelaar dat er naast de MPG nog andere methodieken zijn om op te sturen. Deze zijn Paris Proof en de Quick Carbon Indicator. Vooral deze laatste biedt een rekentool om op korte termijn de CO2 uitstoot te verlagen. “En dat laatste is nodig, want we zien dat de gemiddelde woning de grenswaarde van CO2 uitstoot nog steeds overschrijdt. Dat moet omlaag”, aldus Mewe.

Slotvraag
Op de slotvraag van Thirza Monster van Cirkelstad aan de zaal wat ze van de bijeenkomst meenemen merkt een architect op dat het taaie kost is. “Maar als je gaat ontwerpen voor een lange levensduur ga je toch op een andere manier aan het werk. Dan weet je ook dat duurzaamheid en circulariteit een gegeven zijn.”

Samenvattend

  • Kies bij de start van het ontwerp een ontwerpstrategie;
  • MPG is indicator voor milieu-impact hele levenscyclus (LCA);
  • NMD en Bepalingsmethode zijn de spelregels voor MPG;
  • Een lage MPG door toepassing van producten met lage MKI en biobased materiaal;
  • MPG krijgt per 1 januari 2025 aanscherping;
  • Quick Carbon Indicator biedt rekentool om op korte termijn op CO2 te sturen.

Rondleiding The Green Village
Aan het einde van de sessie was er een rondleiding op het terrein van The Green Village. Dit is een fieldlab voor duurzame innovatie in de stedelijke omgeving. Hier onderzoeken, experimenteren, valideren en demonstreren kennis- en onderwijsinstellingen, ondernemingen, overheden én burgers hun duurzame innovaties op het vlak van bijvoorbeeld energie, klimaatadaptatie en biobased. Willy Spanjer, programma manager bij The Green Village, liet dit met eigen ogen zien. Op het terrein worden diverse toepassingen in de praktijk getest, zoals een modulaire brug, het inblazen van biobased isolatiemateriaal in een standaard rijtjeshuis van de jaren ‘70, lemen muurtjes met koeienpoep om verdroging en afbrokkeling tegen te gaan, hoogwaardige binnenwanden van zeewier en gevelbekleding van kersenpitten.

Doe ook mee!
Aanhaken bij Cirkelstad Zuid-Holland om ook stappen te zetten in circulair bouwen? Neem contact op met Thirza Monster.

Thirza Monster

Spinner Cirkelstad Drechtsteden, Cirkelstad Den Haag,
Cirkelstad Groene Hart, Cirkelstad Rotterdam, Cirkelstad Regio 071, Cirkelstad Overheden


06 2844 6512

< Circulaire herbouw buurthuis Het Posthuis in Haarlem van start | Een biobased baken in het Havenkwartier >