Circulaire installaties: over het belang van warme en droge voeten

Installaties hebben een flink aandeel in de milieu-impact van een gebouw. “Willen we onze klimaatdoelen halen dan moeten we daar iets aan doen,” aldus Olaf Oosting van de expertgroep circulaire installaties van TVVL en betrokken bij Valstar Simonis. Hij zei dit tijdens de online-bijeenkomst van Cirkelstad Zuid-Holland over circulaire installaties. “Behalve warme voeten is het namelijk belangrijk dat we vooral ook droge voeten houden.”

Meer dan zestig deelnemers telde de sessie waarin naast Oosting ook Lisa van Welie van Stroomversnelling en Squarewise, Rico Logman van DWA en Marco Pastoor van Circospin hun visie op het hoe en wat van circulaire installaties gaven. Maar voor Olaf Oosting aftrapte, wilde gespreksleider Thirza Monster van Cirkelstad Zuid-Holland eerst weten of er eenduidige definitie van circulaire installaties is. Eén van de deelnemers bracht naar voren dat los van een mogelijke definitie het aantal installaties waar mogelijk moet worden beperkt. “Dat moet misschien een eerste uitgangspunt zijn. Daarnaast zijn er ook best wel wat mensen in onze keten die belang hebben bij veel installaties. Dat is iets wat we in de gaten moeten houden.” Een ander merkte op: “Eerlijk gezegd heb ik geen exacte definitie. Maar ik heb wel elementen die er een belangrijke rol in spelen. We streven ernaar de milieu-impact zo veel mogelijk te verminderen. Dat kunnen we bereiken door alternatieve materialen te gebruiken of door bijvoorbeeld levensduurverlenging of door minder primaire grondstoffen te gebruiken. Ik denk dat dit in principe het idee is achter circulariteit, vooral in het geval van installaties, omdat die nu eenmaal een aanzienlijke milieu-impact hebben.”

Aandeel 35 procent
Vooral op dat laatste kon Oosting de spreker alleen maar gelijk in geven. “Het aandeel van installaties is 35 procent van het totaal als we kijken naar de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG). Dat is echt fors.” Verder is volgens Oosting niet geheel onbelangrijk dat de materialen die we gebruiken voor de installaties eindig zijn en uit landen komen die niet geheel betrouwbaar zijn. “Daarnaast verhoogt het verkrijgen van die grondstoffen de schadelijke uitstoot van broeikasgassen. Bijvoorbeeld alleen al door het transport ervan.” Volgens Oosting heeft de focus in de sector lange tijd op de energietransitie gelegen. “Maar ik denk dat meer aandacht op de materialen nu minstens zo belangrijk is.” In zijn visie en tevens het thema van de bijeenkomst, kan er al veel als het gaat om ontwerp, product en circulair businessmodel. Losmaakbaarheid en flexibiliteit zijn daarbij dus heel belangrijk. “Van installatieonderdelen die we in vloeren storten is de losmaakbaarheid nihil. Met andere woorden,” benadrukte Oosting, “richt je op losmaakbaarheid, adaptiviteit en levensduur. Stel toekomstig hergebruik en eenvoudige repareerbaarheid veilig, ontwerp voor meerdere functies door overdimensionering en voor een maximale levensduur.”

Als voorbeeld van circulair ontwerpen noemde Oosting in zijn presentatie de tijdelijke rechtbank in Amsterdam. “Het gebouw is alweer weg en tal van installaties zijn inmiddels in een volgend project geplaatst.” Naast innovaties zoals bijvoorbeeld klimaatplafonds die het mogelijk maken om gebouwen makkelijk opnieuw in te richten, speelt hergebruik dan ook een belangrijke rol. “Op het gebied van recyclen doen we het niet slecht. Ik denk dat we als branche echt moeten kijken of we een bepaalde overkoepelende garantie kunnen organiseren om ervoor te zorgen dat producten ook daadwerkelijk opnieuw ingezet kunnen worden. Branchebreed hebben we nog wel wat uitdagingen om op te pakken,” sloot Oosting zijn presentatie af.

Klimaat
Ook Lisa van Welie van Stroomversnelling en Squarewise benadrukte het belang om met de installaties aan de gang te gaan. Waar Oosting het aandeel van installaties in de MPG naar voren haalde, legde zij het accent op de impact die de sector op het klimaat heeft. “We hebben een CO2-budget om onder de anderhalve graden Celsius opwarming te blijven. We hebben niet veel meer over. Als we acht miljoen woningen willen verduurzamen, dan moeten we dat vooral slim doen.”

Onderzoek
Uit onderzoek van de Stroomversnelling in samenwerking met TKI Urban Energy naar de milieu-impact van renovatieconcepten blijkt dat de CO2-uitstoot door installaties hoog is. “Installaties nemen bij een hoogwaardig renovatieconcept maar liefst zestig procent van de totale uitstoot voor hun rekening.” Van Welie benadrukte dat als het gaat om biobased er voor bouwmaterialen al veel alternatieven beschikbaar zijn. “Voor installaties zijn de alternatieven veel beperkter dus moeten we de oplossingen meer zoeken in losmaakbaarheid en minder materialen.” Bij elkaar noteerde het onderzoek een slordige 23 knelpunten.

Tegelijkertijd ontstaan vanuit deze knelpunten in de keten volgens Van Welie ook kansen. Een voorbeeld daarvan is het ontbreken van prestatiekaders die richting geven aan vragen naar en meten van circulaire installaties. “Dat betekent dat we bestaande kaders voor installaties doorontwikkelen en materialenpaspoorten moeten toepassen.” Over de huidige situatie van circulaire installaties zei ze: “Er staan te weinig in de Nationale Milieu Database (NMD) en er zijn veel componenten met complexe en lange ketens. Ook vindt de productie in het buitenland plaats en dat beperkt je invloed.” Hergebruik en recycling zijn wel twee items waar in haar ogen stappen kunnen worden gezet. “Vooral bij de utiliteitsbouw door een hoog vrijkomend volume. In de woningbouw is er sprake van een kleinere tweedehandsmarkt voor installaties.”

Tegelijkertijd ziet zij nog veel opdrachtgevers op de handen zitten en wachten op goed aanbod. “En de aanbodzijde,” benadrukte ze, “zit weer op voldoende vraag te wachten.” Het is dan ook om die reden dat de Stroomversnelling met alle partijen op basis van principes eisen ontwikkelen. “Uitdagend, maar haalbaar. Flexibel voor ontwikkelingen in de markt, waarbij installaties worden toegepast bij renovatie en de verduurzaming van de bestaande bouw.”

Geen toekomstmuziek
Rico Logman van DWA toonde vervolgens aan dat het verwezenlijken van circulaire installaties geen toekomstmuziek is. Hij trapte af met het benadrukken van het ‘less is more’-principe. “Laten we onderzoeken hoe we kunnen volstaan met minder of zelfs helemaal geen installaties. Dat begint al bij de eisen die we aan onze gebouwen stellen; we moeten ons realiseren dat we deze eisen zelf creëren. Een kans ligt in de bouwkundige aspecten, omdat deze materialen minder complex zijn en meer hergebruik mogelijk is. Als we dit goed aanpakken, zetten we al een eerste stap.”

Desalniettemin zijn er nu al acties die we kunnen ondernemen om circulariteit in installaties te integreren. Eerst moeten we obstakels wegnemen, zoals garanties. Volgens Rico helpt het verwijderen van garanties bij aannemers. Hij benadrukt ook de kansen: “Met Bouw Informatiemodellen (BIM) kunnen we steeds beter materialen in kaart brengen. Het is eenvoudig om dit ook in een materialenpaspoort op te nemen.” Verder gaf hij aan: “Handhaaf de verticale infrastructuur en sanitaire groepen in je projecten. Laat vooral zitten wat goed is.”

Wat betreft het opstellen van een Programma van Eisen (PvE) om direct stappen te zetten naar circulariteit, was hij helder: “Herdefinieer het PvE met circulariteit als uitgangspunt. Plaats geen techniek in scheidingswanden en ontwerp voor een langere levensduur, denk aan 50 jaar in plaats van 20 jaar.” Hij haalde praktijkvoorbeelden aan, zoals het Floating Office, een drijvend kantoor in Rotterdam. “Verminder de behoefte aan installaties en zorg voor een betere gebouwschil met de Trias Energetica in gedachte. Voorkom installaties met de gebouwschil. Stel ook minder strenge eisen; wellicht zijn ze onnodig.”

Wat nu al kan
Over waarmee we nu al kunnen beginnen was Logman helder: “Ontwerp losmaakbaar plug and play, stekkerbaar en zorg voor demontabele koppelingen. Stop ook met lijmen, kitten en purren en vooral met het instorten van materialen. Zet circulariteit op de agenda van ieder project en benoem de kansen.”

Na dit alles was het woord aan Marco Pastoor van Circospin. Circospin ontzorgt de installatie- en industriebranche met praktische en keten brede circulaire oplossingen. “Dit doen we,” verduidelijkte Pastoor, “door het samenbrengen van drie kernbegrippen: circulair, sociaal en verbindend.” Met behulp van sociale werkgelegenheid realiseert Circospin onder meer circulaire ketens voor groepenkasten en pompen. Volgens Pastoor is circulariteit een ontdekkingsreis. “Een reis die jij makkelijker in een groep kunt maken. We weten immers wel waar we naartoe moeten als het gaat om de klimaatdoelstellingen maar we moeten nog veel samen ontdekken. Dat betekent niet dat we moeten stilzitten, maar dat we vooral aan de slag moeten. Doen!”

Hij ging verder in op Circospin’s initiatieven als Circopomp en Circolektra in de keten: “We zien dat producten waardevol zijn, bijvoorbeeld pompfabrikanten die willen dat grondstoffen terugkomen in de keten. We plaatsen bakken, verzamelen materialen, conditioneren en rapporteren wat we doen. Het zal alleen slagen voor producenten als zij controle hebben over hun retourstromen.”

Behalve de retourstromen draait het ook om het ontwerpen, ontwikkelen en op de markt brengen van circulaire producten. Hij benadrukte dat door ‘gewoon te doen’ er al veel mogelijk is en illustreerde de volgende stappen: “We breiden ons fabrikantennetwerk verder uit, en daarmee ook de hoeveelheid producten die gereed zijn voor een nieuwe circulaire realiteit. We zijn er nog niet, maar we maken al wel impact.”

Informatieve bijeenkomst
“Een nuttige en zeer informatieve bijeenkomst,” zo vatte Thirza Monster na anderhalf uur het digitaal samenzijn samen. Olaf Oosting gaf op de vraag van haar wat hij nu mee naar huis neemt, aan dat de belangrijkste sleutel toch bij de leveranciers ligt. “Veel van de grote leveranciers komen natuurlijk uit het buitenland, en hebben een vestiging in Nederland. Gelukkig staat er in Europa veel wetgeving op stapel wat ons kan helpen om te zorgen dat die fabrikanten ook daadwerkelijk een stap gaan maken.” Volgens Pastoor gebeurt er al wel veel. “Ik zie de markt bewegen. Er komen nu al echt producten op de markt die voor negentig procent uit circulair materiaal zijn gebouwd. Bij ons ligt de vraag om dat materiaal in te zamelen. Dan denk ik, ja de grote der aarde zijn echt wel bezig. Alleen het is complex en lastig. Circulair versus lineair is soms echt nog wel een dingetje.”

Doe ook mee!
Aanhaken bij Cirkelstad Zuid-Holland om ook stappen te zetten in circulair bouwen? Neem contact op met Thirza Monster.

Thirza Monster

Spinner Cirkelstad Drechtsteden, Cirkelstad Den Haag,
Cirkelstad Groene Hart, Cirkelstad Rotterdam, Cirkelstad Regio 071, Cirkelstad Overheden


06 2844 6512

< We lanceren Het Nieuwe Normaal 1.0! [+ slidedeck sessie Circulair Bouwen aan Morgen] | Alles over de community’s van Cirkelstad >