Verantwoord bouwen met hout. Hoe dan?

Cirkelregio Utrecht, gemeente Utrecht en NMU organiseerden op 22 september een bijeenkomst over verantwoord bouwen met hout. Tijdens deze bijeenkomst ging het over de toepassing van hout in de bouw en hoe een toename aan de vraag van hout, duurzaam opgevangen zou kunnen worden. In gesprek met experts kwamen verschillende perspectieven aan de orde.

Aanleiding

In oktober 2019 kwam Tegenlicht met de informatieve documentaire ‘houtbouwers’ over de voordelen van hout als grondstof voor in de bouw. Sinds deze documentaire is er veel aandacht van de kansen van bouwen met hout. Het is bijvoorbeeld veel lichter en makkelijker bewerkbaar dan de alternatieven, aldus Gert van Vugt (Sustainerhome). In alle aandacht die aan dit thema werd geschonken, werd maar weinig gezegd over de herkomst van het hout. Want hout groeit niet in de bouwmarkt, maar in een bos. En deze bossen en de biodiversiteit staan onder druk. Genoeg aanleiding voor Cirkelregio Utrecht, gemeente Utrecht en NMU om een bijeenkomst te organiseren om gezamenlijk de dialoog te voeren over de vraag of het wel verantwoord is om meer met hout te gaan bouwen wanneer de bossen wereldwijd zo onder druk staan?

Het beste materiaal op de beste plek

Niet alles kan van hout gemaakt worden. Volgens Jan Maurits van het blad Houtwereld moet de juiste balans gevonden worden tussen hout, beton en staal. Hoe ver (hoog) kun je met hout gaan? Waar houdt het op? Er zijn inmiddels meerdere voorbeelden van hoogbouw, zo wordt er in Amsterdam een houten kantoor gebouwd van 86 meter hoog. De sky is the limit.

Hout het meest én het minst duurzame materiaal?

Mantijn van Leeuwen, directeur van Nibe: “Het doel van een levenscyclusanalyse (LCA) is om te onderzoeken of je binnen de grenzen van de planeet blijft. Een LCA is een goede bouwsteen, maar geeft vooralsnog alleen de negatieve effecten weer. De positieve effecten van hout en andere biobased materialen worden momenteel nog niet meegenomen in de MPG. De CO2-voetafdruk klopt daarom niet, dat moet nog opgelost worden. De potentie van biobased materialen is groot. Het is van belang dat overheden dit naast milieu-impact en waardebehoud expliciet bij tenders uitvragen en belonen.” Wel zegt hij dat bouwen met hout zeker nut heeft, als daardoor minder beton en staal worden gebruikt, waarvan de CO2-voetafdruk beduidend groter is. Volgens Mark Kemna is de duurzaamheid van hout sterk afhankelijk van de toepassing en herkomst. “Sommige belangrijke waarden, zoals biodiversiteit, zitten niet goed in LCA’s. Dat geeft dus een beperkt beeld. Het type hout dat je kiest, hard of zacht, maakt niet zoveel uit, als je maar zorgt voor een verantwoorde herkomst die rekening houdt met al die zaken.”

Hout van ver of van dichtbij?

Het effect van niet-duurzame boskap is ontbossing en bosdegradatie, afname van biodiversiteit. Wereldwijd worden de bossen armer. Meer waarde erkennen en toekennen van bossen leidt tot duurzamer beheer van deze bossen. Gert Breukink van het WNF geeft aan: “Het risico van het wegvallen van de vraag naar tropisch hout met verantwoorde herkomst is dat ook de stimulans voor duurzaam beheer daarmee verdwijnt. Mark Kemna van FSC-NL pleit dan ook om geen afweging te maken op basis van herkomst, maar op basis van de toepassing en gewenste kwaliteit!

Mark Intven van Tauw breekt een lans voor het toepassen van teruggewonnen hout uit de bouw. Egbert Boerma van het Utrechtse bedrijf Tafelboom geeft daarnaast aan dat er jaarlijks duizenden bomen omgaan in steden door regulier beheer en ruimtelijke ontwikkeling. Hele stammen worden vaak versnipperd en verbrand. Kan dat interessant zijn voor de bouw? Een ding is duidelijk, het gaat niet vanzelf!

De rol van certificering

Mark Kemna was aanwezig om namens FSC uit te leggen wat het keurmerk doet in de gecertificeerde bossen. Bedrijven die FSC-gecertificeerd zijn, werken samen met lokale bevolking en oogsten zeer selectief bomen. Er ontstaat ruimte voor natuurlijke bijgroei, wat ook leidt tot nieuwe CO2-opname. Het bos wordt opgedeeld in oogstvakken waar slechts eens per 25 jaar selectief bomen gekapt mogen worden. De kern van FSC is dat dit alleen mag met behoud van alle huidige functies van het bos, denk aan zogenaamde ‘ecosysteemdiensten’ zoals biodiversiteit en waterberging, maar ook sociaaleconomische functies.

Volgens Mark heeft de tropische FSC-bosbeheerder het vaak moeilijk omdat de vraag naar tropisch hout afneemt. Die vraag mag wel omhoog volgens Mark Kemna. Immers, meer vraag leidt tot meer gecertificeerd en dus beschermd bos.. Het feit blijft: FSC is in een verdienmodel dat niet afhankelijk is van subsidie. Zolang we er maar geen luciferhoutjes van maken en het hout hoogwaardig gebruiken. De houtsector moet de aantoonbare verantwoorde herkomst wel waarmaken, zegt Jan Maurits Schouten. En werkt die FSC-certificering dan wel? Joeri Zwerts (Universiteit Utrecht) onderzoekt de verschillen tussen FSC-gecertificeerd bos en bossen zonder deze certificering: Het valt hem op dat gecertificeerde bedrijven bewuster omgaan met de bevolking en ook meer aandacht hebben voor preventie van jacht op bedreigde diersoorten als gorilla’s, chimpansees en bosolifanten. “Mijn onderzoek is nog niet afgerond, maar het lijkt er sterk op dat de gecertificeerde bossen er een stuk beter aan toe zijn.”

De kwetsbaarheid van certificaten lijkt te zitten in de papieren zekerheid, transparantie en met name handhaving als belangrijke succesfactor. Overheden die steevast vragen om FSC-gecertificeerd hout leggen daarmee wel ook een drempel voor het beter benutten van lokaal hout. Voor hout van ver is volgens Gijs Breukink het FSC-keurmerk ‘het beste dat we hebben’.

Rol van publieke opdrachtgevers en inkopers

Wat kunnen (publieke) opdrachtgevers van bouwprojecten en inkopers dan doen om verantwoord om te gaan met hout? Vaker controleren of het gecertificeerde hout dat je bestelt of voorgeschreven hebt ook is geleverd dan wel toegepast is van belang voor het functioneren van keurmerken. Volgens Mark van Benthum zet de overheid niet vaak genoeg boetes in en bieden keurmerken garanties tot het bos, niet verder in de keten. Liesbeth Unger pleit voor meer transparantie en gezamenlijke ketenverantwoordelijkheid (due diligence) door zowel houtleveranciers als overheden. Die verantwoordelijkheid kun je niet outsourcen aan een keurmerk: “Stel als inkoper de vraag aan je leverancier waar de risico’s zitten in de keten en wat een bedrijf daaraan gaat doen!” Marieke Hoffman, adviseur maatschappelijk verantwoord inkopen van de gemeente Utrecht merkt terecht op: je kunt als inkoper van een gemeente niet expert zijn op alle thema’s waar je mee te maken hebt. De landelijke overheid kan hier een rol in spelen, door ervoor te zorgen dat gemeentelijke inkopers de juiste vragen weten te stellen bij het inkopen van hout en actuele kennis ter beschikking te stellen.

Wrap up en vervolgvragen

Josja Veraart , voorzitter Alliantie Cirkelregio Utrecht vat de bijeenkomst samen: “Het beste materiaal op de juiste plek. Denken vanuit het hout. De technische kennis is er, maar hoe gaan we die keten organiseren? Hoe geven we regionale circulaire en biobased economy een impuls en behouden we tegelijkertijd aan biodiversiteit wereldwijd? Vertrouwen vooraf is goed, controleren aan de achterkant is beter.”

Voor de organiserende partijen was deze bijeenkomst slechts de start van een groter proces. Wij houden jullie op de hoogte op de website Cirkelregio-Utrecht.nl

De bijeenkomst is terug te kijken via deze link:
www.blendedconnect.nl/events/bouwenmethout

Zie hier ook nog de teaser die we vooraf maakten:


Dit artikel verscheen eerder op de website van Alliantie Cirkelregio Utrecht.

Deze bijeenkomst is georganiseerd door Alliantie Cirkelregio Utrecht, gemeente Utrecht en de Natuur en Milieufederatie Utrecht. Wil je graag meedenken, heb je vragen of zoek je contact naar aanleiding van het bovenstaande? Neem dan contact op!

Carla Groot-Djakou – 
Tim Bulters – 

< Informatiebijeenkomst Cirkelstad Deventer | Nieuwe publicatie van Transitieteam Circulaire Bouweconomie over circulaire gebouwen >