‘Het Nieuwe Normaal geeft circulair bouwen handen en voeten’

Het animo was groot tijdens de online bijeenkomst ‘Circulair bouwen is Hét Nieuwe Normaal in de bouwsector’. De bijeenkomst op 14 maart jl was door Cirkelstad Zuid-Holland op touw gezet. De deelnemers, afkomstig uit alle geledingen luisterden aandachtig naar de aangeboden presentaties. Dat het onderwerp leeft bleek wel uit de actieve deelname van de toehoorders. “Het Nieuwe Normaal geeft circulair bouwen handen en voeten.”

Organisator Thirza Monster trapte af met een korte inleiding over Het Nieuwe Normaal (HNN). Thirza: “Een aantal jaren hebben we het doel vastgelegd om gezamenlijk tot één taal en één standaard te komen. In Zuid-Holland zijn we hiermee vorig jaar begonnen. Het doel is met elkaar te leren aan de hand van al eerder ingezette trajecten.”

Vervolgens was het woord aan Denise Huizing van bureau Brink. Haar focus ligt op gebouwen. Denise presenteerde het raamwerk waarin de verschillende indicatoren een waardering kunnen krijgen. Indicatoren zijn bijvoorbeeld: milieu-impact van materiaal, embodied carbon, losmaakbaarheid, omgang restmateriaal en toxiciteit. Al deze indicatoren hebben binnen HNN een status gekregen die Huizing in een overzicht laat zien. Deze bestaan uit: Standaard (S), waarbij het prestatieniveau op een ontwerp van de meet- of bepalingsmethode duidelijk is. De tweede is Indicatie (I) waarbij de prestatie indicatief te bepalen is, maar de meet- en bepalingsmethode nog niet breed geaccepteerd. De laatste is Begrip (B), waarbij kwalitatieve inzichten om te bepalen wat mogelijk is aanwezig zijn. Op het eind van het jaar hoopt Cirkelstad op een groot aantal indicatoren Standaard te kunnen plakken. Hiermee kan het prestatieniveau gemeten worden met een methodiek die door de markt gedragen wordt.

Ze benadrukte dat de HNN-thema’s nu al kunnen worden gebruikt om de ambities voor een project te bepalen. Verder is het volgens haar belangrijk om projecten voor evaluaties aan te leveren. “Ook die projecten waarbij niet de hoogste scores zijn behaald. Om te zorgen dat meer partijen met HNN gaan werken is het belangrijk om prestaties op basis van de indicatoren van HNN uit te vragen”, aldus Huizing.

Klik hier voor de presentatie van Denise Huizing.

Praktijkervaringen

Daarna is er aandacht voor de praktijkervaringen. Dennis Hauer van Urban Climate Architects (UCA) begon dit onderdeel. Zijn bureau ontwierp de zorgwoningen aan de Grote Kreek in Rotterdam. “Wij houden ons al sinds jaar en dag bezig met meer circulair commercieel vastgoed. Wij willen laten zien dat biobased en circulair bouwen niet meer geld hoeft te kosten.” De Grote Kreek is een project van het Leger des Heils, die geen groot budget beschikbaar hadden. Toch was er heel wat mogelijk. Dennis ziet eigenlijk drie groepen: de grote bedrijven die het als een icoon-object zien om alles uit de kast te halen en zich in het hogere segment bevinden. De groep die met een klein budget experimenteel bouwt met hergebruikte materialen en de groep daartussen, de meer mainstream bouw. “Juist daar is qua circulariteit dus veel winst te behalen. De drie pijlers voor UCA zijn: Biobased houtconstructies. Hout levert veel voordeel voor zowel duurzaamheid, bouwtijd als gezondheid. De tweede is: energetisch en gezond en als laatste ruimte voor mens en dier.

Urban Climate Architects diende De Grote Kreek daarom in als HNN project bij Cirkelstad. Dit project is eigendom van VIOS Vastgoed en het Leger des heils is dus de eindgebruiker. “Ons doel was 85 procent biobased bouwen, een GPR van 9.0, energieneutraal en natuurinclusief. Dat laatste houdt in dat het gebouw past in de groene omgeving door bijvoorbeeld gebruik van groengevels.”

De voordelen van CLT

Wat Urban Climate Arhitects hier uiteindelijk van leerde: “Bij het ontwerp moet je uitgaan van eigenschappen van het materiaal”, benadrukt Hauer, “Door integratie van de verschillende disciplines en alles van tevoren uittekenen is het bij de bouw alleen nog een kwestie van monteren.” Winstpunten zitten volgens hem in het gebruik van één materiaal, waardoor minder aansluitingen nodig zijn. “Door bijvoorbeeld de deuren in het CLT mee te nemen, bespaar je op 150 binnenkozijnen. CLT heeft daarnaast een thermisch gunstige werking. Binnen zijn minder afwerkingen nodig (ruwbouw = afbouw). CLT geeft een constructief voordeel, doordat de constructie lichter van gewicht is en de bouwtijd is korter. Verder”, sluit hij af, “is Bouwen met biobased materialen ook gewoon leuk.”

Klik hier voor de presentatie van Dennis Hauer.

Interview

Vervolgens ging Thirza Monster met Simon Hanemaaijer van RoosRos Architecten en Pieter Keijzer van INBO architecten in gesprek. Beiden hebben een project laten evalueren in HNN.

Simon Hanemaaijer vertelt dat de missie van RoosRos architecten is: respectvol rentmeesterschap. Continu zijn ze bezig hieraan vorm te geven. Hij geeft mooi aan hoe het leerproces in HNN voor hen verliep. “Met langzame stappen werden we van onbewust onbekwaam steeds bekwamer. Eerst waren we ons onbewust, maar we begonnen dingen in het proces te zien waarvan we dachten ‘Nee dat klopt niet’. Zo werden we bewust onbekwaam en worden we steeds bekwamer. We worden ons steeds bewuster van de positieve impact die we kunnen maken in de gebouwen die we creëren. Circulariteit is daar een belangrijk middel in. Dus heel fijn dat HNN er is.”

Verschil

Pieter Keijzer benadrukte dat zij als architecten de eersten zijn die het verschil kunnen maken. Het credo van INBO is: ‘ruimte voor mensen’. “Ruimte voor mensen betekent goeie gebouwen maken, maar ook zorgen voor een goeie omgeving,” vindt Pieter. “Circulair bouwen wordt ook voor ons steeds belangrijker. Enerzijds proberen we op basis van gezond verstand zover mogelijk te komen. Maar je merkt dat je HNN wel nodig hebt om er echt handen en voeten aan te kunnen geven.”

INBO deed met het gemeentehuis in Dronten mee aan de evaluatie in het kader van HNN. Voor hen was het vooral bedoeld als leerproject. In het gebouw is geprobeerd circulariteit zichtbaar te maken. Zo is er een infotafel en hebben verschillende onderdelen een QR code waarmee je meer informatie over bepaalde interieuronderdelen kunt opvragen. Op deze manier krijgen bezoekers ook mee wat de mogelijkheden van hergebruik zijn.

foto door Roos Aldershoff

Ontmoetingscentrum

Simon vertelde verder over het ontmoetingscentrum dat hij voor het Buytenland van Rhoon aan het ontwikkelen is. Het Buytenland van Rhoon is compensatiegebied voor de Tweede Maasvlakte. Er is een gebiedscoöperatie met daarin natuurverenigingen en agrariërs. Deze coöperatie wilde een multifunctioneel ontmoetingscentrum realiseren in een monumentale boerderij. Simon: “Onze visie is dat het een gebouw van tijdelijke aard is in een monument dat er waarschijnlijk over 100 jaar ook nog staat. We wilde de essentie van het monument terugbrengen, dus we wilden het bestaande restaureren. Daarnaast wilden we elementen die we toevoegden op een biobased manier doen. Omdat we niet de wijsheid in pacht hebben, hebben we een bouwbioloog betrokken. Je kunt een gebouw volledig wind- en waterdicht maken. Maar dan wordt het zoiets als hardlopen in een regenjas. Met de juiste samenstelling van materiaal moet dat anders kunnen.”

De lessen

Wat RoosRos Architecten hiervan leerde? Simon “HNN biedt een duidelijke en overzichtelijke kapstok. Als je dat volgt in je evaluatie, doorloop je vanzelf alle thema’s. Eigenlijk moet je het in de initieel haalbaarheidsfase al toepassen. Dan weet je zeker dat je niks verspilt”.

Ook INBO merkte dat je zo vroeg mogelijk HNN naar voren moet brengen. Pieter: “Het beste kun je het alvast meenemen in je eerste gesprekken met opdrachtgever. Zolang niks wettelijk is vastgelegd ben je afhankelijk van de bereidheid van alle betrokkenen. Daarom moet je ze er zelf actief op attenderen. Zorg verder dat mensen met de juiste kennis aanhaken. Huur adviseurs in, daar leer je zelf ook weer van.”

Poll

De bijeenkomst werd afgesloten met een poll. Hier kwamen hoopgevende signalen uit. Zo werken 17 van de 38 aanwezigen al met indicatoren uit HNN. De meest gebruikte indicatoren zijn die voor materiaalgebruik en milieu-impact (MPG en/of MKI/FE), negen gaven aan een lopend bouwproject te hebben dat in aanmerking komt voor evaluatie van HNN.

“Eigenlijk zou iedereen ja moeten zeggen,” zegt Simon. “Want elk project komt in aanmerking.” Thirza knikt: “Ook als je eerder hebt meegedaan, kun je weer met een nieuw project meedoen.”

Klik hier voor de uitslag van de peiling.

Meedoen?

Wil ook jij jouw project langs de langs de lat van Het Nieuwe Normaal leggen en leren van andere opdrachtgevers en opdrachtnemers? Klik hier voor de flyer met uitgebreide informatie.

< Openbare consultatie Platform CB’23 gestart | Gemeente Arnhem gaat aan de slag met circulaire doelen >